Twee Friese tradities mogelijk op erfgoedlijst
LEEUWARDEN – Een commissie van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (VIE) beslist vrijdag of het Hindelooper schilderwerk en het Fries houtsnijwerk een plaats krijgen op de nationale lijst van immaterieel erfgoed. Als de commissie de voordracht goedkeurt, zijn dit de eerste Friese tradities die op die lijst komen.
Tot dusver kwam Nederlands erfgoed alleen voor op de materiële Werelderfgoedlijst van Unesco. Op korte termijn komt daar ook een Nederlandse immateriële erfgoedlijst bij. Het VIE stelt die lijst samen en begeleidt later de internationale voordrachten.
Onder immaterieel erfgoed verstaat Unesco tradities en rituelen uit het dagelijks leven en erfgoedkunsten. Organisaties die denken dat hun gebruik, feest of traditie in aanmerking komt voor een plek op de lijst kunnen zich sinds september vorig jaar melden. Sindsdien zijn er landelijk zo’n 120 aanmeldingen binnengekomen.
Volgens Ineke Strouken van het VIE komt het merendeel van de aanmeldingen uit het zuiden van het land. Het noorden blijft nog wat achter. „Tot dusver zijn er landelijk zes gebruiken op de lijst geplaatst: de Sint-Maartenviering in Utrecht, het bloemencorso van Zundert, de Boxmeerse Vaart (een processie), het draaksteken in Beesel, het driekoningenzingen in Midden-Brabant en het krulbollen (een middeleeuwse sport) in Zeeuws-Vlaanderen.
Een traditie kan niet zomaar op de lijst komen. Voorwaarde is dat een gemeenschap er moeite voor wil doen om haar levensvatbaar te houden.