Ambassades op scherp na dreiging
De Nederlandse ambassades in het buitenland zijn in verhoogde staat van paraatheid gebracht na „diverse berichten waarin melding wordt gemaakt van een dreiging” tegen landen die militairen leveren voor de stabilisatiemacht in Irak.
Dat schrijft minister Kamp van Defensie in een brief aan de Tweede Kamer.
De brief bevat antwoorden op vragen gesteld door kamerleden naar aanleiding van de defensiebegroting zoals die op Prinsjesdag is gepresenteerd.
De VVD-bewindsman meldt dat de waarschuwingen voor aanslagen serieus genomen worden. Nederland heeft sinds afgelopen zomer 1100 militairen gestationeerd in de provincie al-Muthanna in Zuid-Irak om te helpen daar de rust te bewaren.
De 650 licht bewapende mariniers en 450 ondersteunende eenheden maken deel uit van een door de Britten bestuurde sector. De situatie in al-Muthanna, een woestijngebied groter dan Nederland, is volgens Defensie rustig. De Nederlandse mariniers hebben enkele keren hun wapens moeten gebruiken, voornamelijk tegen plunderaars van opslagplaatsen.
Behalve de Verenigde Staten en Groot-Brittannië is Polen een van de grote troepenleveranciers voor Irak. De Nederlandse eenheid wordt half november afgelost.
Volgens Kamp is er „op dit moment in Nederland sprake van een algemene dreiging van (religieus) terrorisme. Hoewel het dreigingsniveau in Nederland hoog is, zijn er geen specifieke aanwijzingen voor concrete terroristische aanslagen in Nederland.” Defensie is wel paraat om bijstand te verlenen bij een „terroristische aanslag met NBC-wapens.” Dat zijn wapens met een nucleaire, biologische of chemische lading.
De laatste keer dat een dreiging leidde tot een zichtbare actie was in september 2001. Politie, marechaussee en leger rukten met honderden manschappen en groot materieel uit om in Amsterdam en Rotterdam vier verkeerstunnels te bewaken. Het vliegverkeer boven Amsterdam werd stilgelegd. Aanslagen bleven uit. Er werden geen arrestaties verricht.
Verder schrijft Kamp dat er een „algemene terroristische dreiging” bestaat tegen Nederlandse eenheden in het buitenland, vooral voor de militairen in de Balkan, Irak en (tot voor kort) Afghanistan. Bij de ISAF-missie in Afghanistan is op 21 juli 2003 een aanslag op een Nederlandse patrouille uitgevoerd na een specifieke, tegen ISAF en de Nederlandse militairen gerichte dreigingsmelding.
Ook zijn er volgens Kamp de afgelopen tijd diverse berichten ontvangen waarin melding wordt gemaakt van een dreiging tegen (diplomatieke) vestigingen van landen die troepen leveren aan SFIR, de stabilisatiemacht in Irak. „Deze waarschuwingen worden serieus genomen en alle Nederlandse diplomatieke missies zijn in verhoogde staat van waakzaamheid.”
Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft meer dan 150 ambassades, consulaten en permanente vertegenwoordigingen bij internationale organisaties. Zij zijn verspreid over de hele wereld. Daarnaast bestaan er zo’n 360 honoraire consulaten met beperkte bevoegdheden.