Latino’s vaak lid van jeugdbendes
Honderdduizenden Centraal-Amerikaanse jongeren zijn lid van een of andere jeugdbende. Vooral in El Salvador, Guatemala, Honduras en Nicaragua zijn de ”maras” een sociaal fenomeen geworden waar je niet meer omheen kunt.
Voor het eerst werd gedetailleerde studie gedaan naar het verschijnsel in heel Centraal-Amerika. In Honduras alleen al werden tussen 1998 en december 2000 ten minste duizend minderjarigen vermoord door leden van rivaliserende bendes. „De meeste ”mareros” (bendeleden) zijn tussen de 18 en de 25, maar sommige leden zijn echt nog kinderen”, zegt filosofieprofessor José Luis Rocha. Hij is lid van het onderzoeksteam van de Universiteit van Centraal-Amerika (UCA) dat het lijvige rapport publiceerde over ”Maras en bendeleden in Centraal-Amerika.”
De term ”mara” werd volgens de onderzoekers ontleend aan ”Marabunta”, een film uit de jaren zeventig waarin mieren een spoor van vernieling trekken door Brazilië. De Centraal-Amerikaanse jeugdbendes zijn sterk georganiseerd en zwaarbewapend. Bendeleden identificeren zich met tatoeages, symbolen en tekens. De maras zijn overgewaaid uit Los Angeles. De onderzoekers leiden dat af uit het feit dat ze dezelfde aanvalstactieken, initiatierituelen en gedragscodes vertonen. Mara 18 en Mara 13 ontlenen hun namen zelfs rechtsreeks aan twee straten uit Los Angeles.
Socioloog Juan José Soza, die voor de UCA werkt in Nicaragua, schat dat er in Managua alleen al zo’n 400 georganiseerde bendes (ook wel ”clicas”) actief zijn. De maras in Centraal-Amerika zijn volgens sommige experts de erfgenamen van de gewapende conflicten van de jaren zeventig en tachtig. Hun gewelddadige optreden wordt in de hand gewerkt door de massale aanwezigheid van kleine vuurwapens op de zwarte markt.
Het fenomeen is een nevenverschijnsel van de globalisering en de oprukkende armoede in de regio. De maras werden geïntroduceerd door jongeren die enige tijd in Los Angeles leefden en die gedwongen of vrijwillig zijn teruggekeerd. Ze brachten de tatoeages, de rapmuziek, de kledingstijl en hun typische taaltje mee. „De bendes bij ons maken deel uit van een transnationale organisatie”, stelt Rocha.
Het rapport is de eerste studie die het fenomeen in de hele regio in kaart brengt. De bendes vormen in bepaalde landen een ware plaag en treden soms ongemeen hard op. Het rapport begint met het verhaal van de moord op de leider van Mara 18, een paar dagen voor Kerst 2000 in La Lima, een stad in het noorden van Honduras. Twee dagen na de begrafenis van de jongeman groeven leden van het rivaliserende Mara 13 (ook bekend als Mara Salvatrucha) zijn lichaam op, overgoten het met benzine en staken het in brand.
Toch zijn de bendeleden geen ordinaire criminelen, benadrukken de onderzoekers. „De bendeleden stelen en vallen aan om aan voedsel te komen en uit een verlangen om iemand te zijn. De jongeren eisen zo hun plaats op in een samenleving die hen uitspuwt.” De sociale ongelijkheid is op weinig plaatsen zo groot als in Centraal-Amerika - 50 procent van de 36 miljoen inwoners van de regio leven volgens de VN onder de armoedegrens.
De afkeer van de bendes is groot en dat is begrijpelijk. Maar een eenzijdige repressieve aanpak gooit enkel olie op het vuur, meent Casa Alianza, de Latijns-Amerikaanse tak van de Amerikaanse kinderrechtenorganisatie Covenant House. De organisatie probeert de moordpartijen op en mishandeling van kinderen aan te kaarten waaraan de politie in de Centraal-Amerikaanse steden zich schuldig maakt. „De samenleving plakt een etiket op jongeren en maakt ze af”, zegt directeur Bruce Harris. „Natuurlijk zoeken ze bescherming in bendes en slaan ze met geweld terug.” De onderzoekers die het rapport opstelden, vallen die stelling bij. „Maar als je ze beter leert kennen, ontdek je dat het gewone jongeren zijn, met dezelfde dromen, zorgen en ambities als leeftijdgenoten elders.”