Hindoes en moslims vechten over tempel
Alleen een oorlog tussen India en Pakistan kan de bouw van een hindoetempel op de plaats van een verwoeste zestiende-eeuwse moskee dit jaar verhinderen. Dit heeft een hindoeactiegroep donderdag gezegd.
De betwiste heilige grond in Ayodhya, 550 kilometer ten oosten van New Delhi in de deelstaat Uttar Pradesh, is het centrum van een van India’s bitterste religieuze conflicten. De verwoesting van de Babri-moskee in 1992 door duizenden hindoenationalisten mondde uit in extreme gewelddadigheden tussen hindoes en moslims die in India aan 2000 mensen het leven hebben gekost.
Hindoeleiders beweren dat de moskee in Ayodhya door Mogol-heersers is gebouwd nadat deze een oeroude hindoetempel hadden verwoest. Miljoenen hindoes vereren de grond als de geboorteplaats van de hindoeoppergod Ram en willen er een majestueuze tempel bouwen.
Ongeveer 5000 hindoekluizenaars uit heel India zullen op 27 januari naar de hoofdstad marcheren om hun argumenten kracht bij te zetten. Steenhouwers werken zich ondertussen vast door een berg marmeren platen heen die in de buurt van Ayodhya liggen opgeslagen. De organisatoren van de campagne zeiden gisteren dat de bouw van de tempel op 12 maart van start zal gaan. „Niets minder dan een oorlog kan de bouw van onze Ram-tempel tegenhouden. Wij zijn vastbesloten”, zei Veereshwar Dwivedi, woordvoerder van de Vishwa Hindu Parishad (Wereld Hindoe Raad, afgekort VHP) tegen het persbureau Associated Press.
De buurlanden India en Pakistan hebben tienduizenden militairen, gevechtsvliegtuigen en langeafstandsraketten samengetrokken bij de grens nadat nieuwe spanningen over de betwiste regio Kasjmir leken te culmineren in een vierde oorlog tussen de beide kernmachten. Dwivedi zei dat zijn organisatie haar „patriottische plicht zal doen” en de campagne mogelijk zal afblazen als andere belangrijke nationale evenementen -waaronder de verkiezingen in de deelstaat Uttar Pradesh- worden uitgesteld als gevolg van de oorlogsdreiging.
Dwivedi zei dat de bouw van de tempel zal beginnen bij de Leeuwenpoort, een oude ruïne op ongeveer 58 meter van de verwoeste moskee. Op deze plaats staat nu een noodtempel die in 1992 is gebouwd door hindoebetogers en op gerechtelijk bevel wordt bewaakt door honderden politieagenten. Het begin van de bouw kan leiden tot een dramatische en mogelijk gewelddadige confrontatie tussen moslims en hindoes en zal naar verwachting leiden tot problemen binnen de regering.
De partij van de Indiase premier Atal Bihari Vajpayee wordt gezien als een bondgenoot van de VHP. Minister van Binnenlandse Zaken Lal Krishna Advani en enkele andere ministers bevonden zich in de menigte die de moskee heeft neergehaald. De ministers hebben iedere betrokkenheid bij de verwoesting van het gebouw ontkend, hoewel zij toegaven aanwezig te zijn geweest. Verscheidene coalitiepartners van Vajpayee zijn echter felle tegenstanders van de VHP.
De regering heeft gezegd dat er niets mag gebeuren met de betwiste grond totdat India’s hooggerechtshof, dat een groot aantal zaken in behandeling heeft met betrekking tot het conflict, tot een vonnis is gekomen. Vajpayee heeft beloofd om het bittere religieuze dispuut voor 12 maart op te lossen en heeft een officiële commissie nieuw leven in geblazen die in 1989 was aangesteld om de controverse op te lossen. Tot nu toe is er echter weinig vooruitgang geboekt.
De VHP weigert gehoor te geven aan Vajpayees oproep om het netelige conflict tijdelijk te laten rusten. „Als het tot een confrontatie met de regering komt, zijn wij er klaar voor. Wij zijn bereid om naar de gevangenis te gaan en hun kogels te trotseren”, zei Dwivedi. „De bouw zal beginnen, ongeacht wat moslimleiders en de premier hebben gezegd.”
Dwivedi gaf voorts tekst en uitleg over een actieprogramma dat volgens de VHP bij het begin van de bouw van de tempel tot een climax zal komen. Duizenden hindoeheiligen zullen zich na een voettocht uit Nepal, de enige hindoestaat ter wereld, en verscheidene delen van India zondag verzamelen in Ayodhya.
Naar schatting 5000 van hen zullen maandag aan een mars naar New Delhi beginnen die dreigend „de waarschuwende reis” wordt genoemd. Zij zullen New Delhi op de avond van 26 januari bereiken, de Indiase Dag van de Republiek. „Deze campagne is georganiseerd om de regering met de neus op de feiten te drukken en te waarschuwen”, zei Dwivedi. Een delegatie van hindoekluizenaars zal Vajpayee op 27 januari ontmoeten, enkele uren voor een massale demonstratie waaraan naar verwachting 250.000 mensen deel zullen nemen. Vanaf 17 februari zullen rond de 20.000 hindoes zich gedurende honderd dagen iedere dag verzamelen in Ayodhya om hymnen te zingen en deel te nemen aan brandofferceremonies.