„Sharon negeerde bevelen in 1973”
Als reservegeneraal in de Jom Kippoer-oorlog van 1973 trok Ariel Sharon tegen de bevelen van zijn superieuren in met een divisie naar het Suezkanaal. Opnamen van het militaire radioverkeer uit die tijd laten horen hoe gemakkelijk de huidige premier van Israël destijds bevelen van zijn superieuren aan zijn laars lapte.
De opnamen en andere stille getuigen uit die tijd worden van zolder gehaald omdat het gisteren dertig jaar geleden was dat de oorlog uitbrak. En daarmee laaien de ruzies en de verwarring die de oorlog van het begin af aan kenmerkten, weer op.
„Bespaar me dat gedoe alsjeblieft, oké?” zegt Sharon tegen het hoofd van het Zuidelijk Commando, Shmuel Gonen, nadat deze hem tot tweemaal toe opdracht heeft gegeven zijn aanvalsplannen te wijzigen. Op andere opnamen is te horen hoe Sharons superieuren er bij hem op aandringen hun bevelen te gehoorzamen, hoe Sharon versterkingen van de hand wijst en hoe hij de vrijheid opeist om de dingen op zijn eigen manier te doen.
Israël vierde Jom Kippoer, Grote Verzoendag, toen de legers van Egypte en Syrië op 6 oktober 1973 een verrassingsaanval begonnen. Zo’n 2700 Israëlische militairen kwamen om in de drie weken durende oorlog. Tot op de dag van vandaag worden beschuldigingen en verwijten geuit over wat bekend werd als „de oorlog van de generaals.”
Volgens zijn aanhangers heeft de ongehoorzaamheid van Sharon ervoor gezorgd dat Israël de oorlog won. Maar zijn tegenstanders zien een patroon van ongedisciplineerdheid dat Sharon ook in zijn politieke carrière kenmerkt.
De banden waarop Sharon ruzie maakt met zijn toenmalige superieuren, Gonen en stafchef David Elazar, zijn gemaakt door Yitzhak Rubinstein, in 1973 Gonens radiotelegrafist. Ze hebben sinds de oorlog bij hem op zolder gelegen. Enige tijd geleden vond hij het tijd worden om ze openbaar te maken en stapte hij ermee naar een verslaggever van de krant Yediot Ahronot, Ronen Bergman. Vorige maand verschenen de eerste transcripties in de krant.
„Iedereen komt er slecht af”, zegt Bergman. „Gonen, die de kaart van het slagveld niet goed heeft bekeken, en Sharon, die op het slagveld precies doet wat hij wil.”
Twee maanden voor het Arabische offensief was Sharon uit het leger gestapt en in de politiek gegaan. Toen hij vanwege de oorlog weer onder de wapenen werd geroepen, had hij meer gevechtservaring dan Gonen, die in het verleden nog onder hem gediend had.
In de eerste week van de oorlog, toen de militairen elkaar maar in de haren bleven vliegen en Israël door een mislukt tegenoffensief zware verliezen leed, werd Gonen terzijde geschoven, mede omdat hij Sharon niet de baas kon. Op zeker moment beantwoordt Sharon een bevel van Gonen met: „Beslist niet.”
„Arme Gonen. Hij kon niemand bevelen en zeker Sharon niet, die bekendstond als een koppige ondergeschikte. Sharon deed waar hij zin in had”, zegt Martin Van Creveld, deskundige militaire geschiedenis aan de Hebreeuwse universiteit in Jeruzalem.
Sharons divisie verraste de Egyptenaren door het Suezkanaal in westelijke richting over te steken en zo een wig te drijven tussen twee Egyptische divisies. Sharons troepen maakten gebruik van een opening die zij enkele dagen eerder hadden ontdekt toen zij opereerden in een gebied waar ze niet behoorden te zijn.
Volgens Uri Dan, een journalist die de hele oorlog met Sharon is opgetrokken, heeft Sharon de oorlog voor Israël gewonnen. Als zijn superieuren naar hem hadden geluisterd en het Suezkanaal veel eerder waren overgestoken, had de oorlog minder lang hoeven duren, zegt hij.
Sharons tegenstanders zeggen dat hij roekeloos is geweest en Israël onnodige verliezen heeft bezorgd. Sommigen beschuldigen hem er zelfs van het kanaal als eerste te zijn overgestoken om punten te scoren voor Likud, de politieke partij die hij net daarvoor met anderen had opgericht.
De banden kunnen geen uitsluitsel geven, zegt Van Creveld. Ze illustreren slechts de grote verwarring waaraan Israël destijds ten prooi was.
Veel documentatie over de oorlog wordt nog steeds geheimgehouden. Bergman onthult een klein beetje in ”De Jom Kippoer-oorlog. Moment van de Waarheid”, een boek dat hij kortgeleden samen met Gil Meltzer heeft geschreven. Bergman zegt dat de militaire censor zo’n 200 passages heeft geschrapt.
Rubinstein, de radioman, zegt dat Gonen hem had opgedragen de banden te maken omdat hij bang was tot zondebok te worden gemaakt voor wat er misging in de oorlog. Uiteindelijk kreeg Gonen toch de meeste schuld toegeschoven. Rubinstein zegt dat de dertigjarige herdenking van de oorlog hem een goed moment leek om de banden openbaar te maken.
Het conflict tussen Gonen en Sharon begon op de tweede dag van de oorlog, toen Sharon zich aan het front bij het Suezkanaal vervoegde. Sharon ontdekte dat de Israëliërs op de oostelijke oever van het kanaal door de Egyptenaren zwaar onder vuur werden genomen en opperde plannen voor een tegenaanval. Zijn superieuren gaven de voorkeur aan hun eigen plan, maar dat mislukte. Sharon besloot daarop zijn eigen gang te gaan en kwam op 9 oktober met zijn manschappen bij het Suezkanaal aan.
De animositeit groeide naarmate de oorlog vorderde. Later gaven de commandanten voor een onderzoekscommissie toe dat Sharons bewegingen „tactisch briljant” waren, maar zeiden ze dat die „te vroeg” kwamen en „destructief en onnodig” waren.
Uit een van de woordenwisselingen op de banden blijkt hoe bevreesd het oppercommando was dat Sharon het kanaal te vroeg zou oversteken. Je hoort stafchef Elazar zeggen: „Het plan waarover u het eerder hebt gehad, is absoluut onaanvaardbaar. Het past niet in de opdracht die ik u heb gegeven. Ik wil dat u het bruggenhoofd handhaaft. We spreken elkaar later weer. Dit is voor dit moment de opdracht en die moet he-le-maal worden uitgevoerd.”
In de nacht van 15 op 16 oktober kreeg Sharon ten slotte opdracht het kanaal over te steken. Een foto van Sharon met een verband om zijn hoofd ging de hele wereld over.
Sharon (75) heeft geen commentaar gegeven op de onthulling van het geluidsmateriaal. Dan, nog steeds een goede vriend van Sharon, zegt dat degenen die de banden hebben gemaakt en aan de openbaarheid hebben prijsgegeven Sharon alleen maar zwart willen maken.
Gonen en Elazar leven niet meer.
De oorlog eindigde onbeslist en Henry Kissinger, minister van Buitenlandse Zaken onder de Amerikaanse president Richard Nixon, kwam eraan te pas om met de partijen te onderhandelen over terugtrekking van hun troepen.
In de oorlog van de generaals is nog altijd geen wapenstilstand bereikt. „Het is zo gemakkelijk om dertig jaar later kritiek te gaan zitten spuien”, zegt Van Creveld. „Maar het is zo moeilijk om in de schoenen te gaan staan van mensen die onder enorme druk moesten handelen.”