Boterzachte afspraak R’dam en kolencentrales
ROTTERDAM (ANP) – Rotterdam heeft geen enkele garantie dat de eigenaren van de twee kolencentrales in aanbouw de uitstoot van het schadelijke broeikasgas CO2 gaan opvangen. Hierdoor komen de klimaatdoelstellingen van de stad in gevaar. De in 2008 gemaakte afspraken dat de bedrijven E.ON en GDF Suez zich inzetten om de gassen niet in de lucht te blazen, staan weliswaar op papier maar zijn juridisch boterzacht.
Dat blijkt uit gemeentelijke stukken die daarover bekend zijn. Voor de twee energiebedrijven wordt het financieel steeds onaantrekkelijker een tientallen miljoenen kostend proefproject te starten om CO2 ondergronds op te slaan. Het afkopen van emissierechten is goedkoper en wordt alleen maar voordeliger nu de handel daarin deze week verder in elkaar is gestort.
De handel in de rechten moet werken als een stimulans voor bedrijven om minder CO2 uit te stoten, maar als de prijs laag is, zal dit voor ondernemingen nauwelijks een prikkel zijn er iets aan te doen. Een woordvoerder van E.ON Benelux benadrukt dat beide concerns op zoek zijn naar extra geldbronnen om de ondergrondse opslag wel degelijk te realiseren. Het zoeken naar financiers kan nog maanden duren.
De ‘deal’ met de gemeente dat de energiebedrijven de kolencentrales mochten bouwen als ze de CO2 onder de grond opslaan, kwam vorige week onder druk te staan toen een woordvoerder van E.ON in het Financieele Dagblad verklaarde dat er geen verplichting is om de CO2 af te vangen. Milieuwethouder Alexandra van Huffelen (D66) van Rotterdam wilde niet zeggen hoe hard de afspraken zijn. „Dat is nu niet aan de orde”, wilde ze slechts kwijt. Ze gaat er nog steeds vanuit dat beide partijen zich aan de afspraken houden.
De afspraken waren destijds nodig om de gemeenteraad van Rotterdam zo ver te krijgen in te stemmen met de bouw van de centrales op de Maasvlakte. De opslag van het broeikasgas van de kolencentrales is onderdeel van de gemeentelijke plannen om in 2025 een CO2-reductie van 50 procent te bewerkstelligen ten opzichte van 1990. GroenLinks waarschuwde toen al dat de afspraken „juridisch niet afdwingbaar” waren.