Refoschool pakt verplichte homolessen op
GOES/VIANEN – Tien leerlingen zitten in een kring voor een gesprek over homoseksualiteit. Refoscholen pakken de verplichting om voorlichting te geven over seksuele diversiteit op. „Bij ons op school kun je best uit de kast komen.”
Ontspannen leidt gastdocent Richard Oostrum het gesprek over homoseksualiteit op het Calvijn College in Goes. Moeilijk onderwerp. Gevoelig ook. „Uit de kast komen is niet eenvoudig. Tenminste, voor mij niet.”
Zeven jaar lang hield Oostrum zijn homoseksuele gevoelens verborgen. Voor zijn ouders, zijn vrienden, zijn waterpoloclub. Uit angst voor afwijzing. Onterecht, zo bleek later. Na een radicale omkeer in zijn leven is hij nu getrouwd.
Een leerling wil het naadje van de kous weten. „Is liefde voor een man hetzelfde als liefde voor uw vrouw?” Openhartig geeft Oostrum antwoord. „Totaal anders. Liefde voor mijn vrouw is voor altijd. Dat is zoals God het heeft bedoeld.”
Is het eerlijk een homo met een heterorelatie in te zetten voor gastlessen? Kan dat niet de indruk wekken dat homoseksualiteit een ziekte is waarvan je kunt ‘genezen’? „Dat willen we hier zeker niet mee zeggen”, reageert Pieter Moens van de VGS. „Want daar gaat het niet om in deze lessen. Oostrum had én heeft homoseksuele gevoelens. Hij heeft in zijn geloofsovertuiging een weg gevonden om daarmee om te gaan.”
Scholen zijn sinds 1 december 2012 verplicht voorlichting te geven over seksuele diversiteit. Onderwijsorganisaties hebben zich –tevergeefs– verzet tegen deze plicht, onder meer uit vrees voor een aantasting van de vrijheid van onderwijs.
Ondanks hun huiver pakken refoscholen de voorlichting over seksuele diversiteit op, zo blijkt uit een videodocumentaire van deze krant, vandaag gepresenteerd op een VGS-onderwijscongres in Vianen.
De vraag is of alle refoscholen de verplichting oppakken. „Ik kan niet achter elke schooldeur kijken”, zegt Moens. „Ik weet echter dat veel scholen hier serieus mee aan de slag zijn.”
Verplichte voorlichting of niet, het Calvijn College besteedt al jaren aandacht aan verschillende vormen van seksualiteit. Docent Flip Quist daagt zijn leerlingen graag uit. „Wat komt er in je op bij het woord homoseksualiteit? Schrijf op.” Het bord vult zich snel: Vies. Gaypride. Eenzaam.
Even later prikkelt Quist met een filmpje van twee undercoverjournalisten die als verliefd homostel over straat stappen. Schuttingwoorden vliegen de leerlingen om de oren. Open en eerlijk reageren de havo’ers. „In de samenleving worden homo’s vaak direct gekoppeld aan seks, anale seks. Heel oppervlakkig.”
De leerlingen reageren ontspannen op het thema homoseksualiteit. Op de vraag in het kringgesprek hoe jongens zouden reageren als een knul verliefd op hen zou worden, zegt er één: „’k Vind het vooral rot voor hem, als ik hem moet afwijzen. Hij heeft het al zo moeilijk.”
D66-Tweede Kamerlid Dijkstra, voorvechter van de verplichting, spreekt in de videodocumentaire met waardering over de aanpak op het Calvijn. „Het is goed dat er aandacht aan wordt besteed. Het is een open gesprek, niet besmuikt.” Daarin voldoet de opzet aan de verplichting, zegt ze.
Het Kamerlid is echter ook kritisch. „Ik kan me voorstellen dat als scholen direct een oordeel verbinden aan hun voorlichting –het mag niet van God– het voor een leerling moeilijk wordt uit de kast te komen.” De D66’er kondigt aan het onderwijs kritisch te zullen blijven volgen.
Moens legt uit dat refoscholen een eigen invulling geven aan de voorlichting. „En dat mag ook.” Het refo-onderwijs wijst homoseksuele relaties af, zegt Kees Ritmeester van Driestar Educatief, maar daarmee niet de mens. „Onze opdracht is élke leerling voluit een plek te geven, in de klas, in de school, in de kerk.”