Kerk & religie

Ds. B. den Butter uit Aalst en Poederoijen met emeritaat

HUIZEN – „Een predikant dient 7 dagen per week, 24 uur per dag beschikbaar te zijn, maar hij moet er wel naar streven niet meer dan 40 uur per week te werken.” Deze op het oog tegenstrijdige gedachte wordt verwoord door ds. B. den Butter, die op 1 februari 2013 met emeritaat gaat.

Jan van Reenen
25 January 2013 09:05Gewijzigd op 15 November 2020 01:33
Ds. B. den Butter gaat per 1 februari met emeritaat. De hervormde predikant nam enkele weken geleden al afscheid van zijn laatste gemeenten, Aalst en Poederoijen. Foto André Dorst
Ds. B. den Butter gaat per 1 februari met emeritaat. De hervormde predikant nam enkele weken geleden al afscheid van zijn laatste gemeenten, Aalst en Poederoijen. Foto André Dorst

De predikant heeft inmiddels afscheid gepreekt van de hervormde gemeenten Aalst en Poederooijen en is verhuisd naar zijn vorige gemeente, Huizen. Naast hem ligt de ”Christelijke dogmatiek” van Van den Brink en Van der Kooij. „Nu heb ik er tijd voor”, glimlacht hij.

Bertus den Butter werd in 1948 in een arbeidersgezin in Streefkerk geboren. Hij was wel gedoopt, maar deed met de kerkelijke opvoeding weinig tot niets. Op zijn werk kwam hij in aanraking met een leuke vrouwelijke collega. Mevrouw Den Butter: „Uit die vriendschap ontstond liefde. Toen Bert bij ons thuis kwam, vroeg mijn vader of hij mee wilde gaan naar de kerk. Hij zei dat hij dat wel wilde. „Jongen, ik hoop dat het je tot zegen mag zijn”, antwoordde mijn vader.” Ds. Den Butter: „Het Woord heeft vanaf het begin beslag op me gelegd.”

De predikant is geestelijk gevormd door ds. W. L. Tukker, die in die tijd in Groot-Ammers stond, maar ook ouderlingen hebben hem geestelijk leidinggegeven. In Streefkerk liep hij als diaken mee met een ouderling, die hem leerde hoe huisbezoek te doen. „Streefkerk was een rijkgeschakeerde gemeente met allerlei soorten mensen. De ouderling ging daar wijs en op een Bijbelse manier mee om.” Hij noemt verder een verstandige ouderling uit zijn eerste gemeente Stavenisse die tijdens de overstroming in 1953 traumatische ervaringen had meegemaakt. „Van hem heb ik geleerd kerkelijk te denken: een hervormde predikant is er voor alle gemeenteleden, hoe verschillend ze ook zijn.”

Zichtbaar geroerd vertelt ds. Den Butter over zijn roeping tot het ambt. „Tijdens een kerkdienst preekte een kandidaat over Johannes 21:22: „Volg gij Mij.” Toen wist ik dat ik predikant moest worden. Ds. Tukker, met wie ik erover sprak, zei tegen me: „Ja Bertus, dat is heel wat, maar dan kun je niet gaan trouwen.” Aanvankelijk heb ik toen de gedachte aan het ambt opgegeven. We zijn getrouwd, kregen vier kinderen en ik kwam in de kerkenraad. De roeping bleef echter en ik ben in 1973 
toch aan de studie begonnen. Gods werk is niet tegen te staan.”

In 1981 was ds. Den Butter klaar met de studie en nam hij een beroep naar Stavenisse in Zeeland aan. Daarna volgde Huizen in 1987. Vanuit een Zeeuws dorpje kwam hij in groeiplaats met zes predikantsplaatsen terecht. Het werd een drukke tijd waarin hij zowel wijk- als gemeenteopbouwpredikant geweest is. Hij en zijn vrouw dachten er tot het emeritaat te blijven. Ze oriënteerden zich al op het kopen van een huis, maar de weg liep anders.

„De gemeenten Aalst en Poederoijen deden een oproep om hulp. Ze waren ten gevolge van de kerkscheuring gefragmentariseerd. Er was niet alleen onderling wantrouwen, maar ook wantrouwen jegens God. De roep van die gemeenten liet me niet los. Ik heb het beroep aangenomen en heb er geen spijt van. Veel van wat ik in Huizen geleerd had over gemeenteopbouw en gemeente-zijn kon ik toepassen. Ik mocht de genade en de liefde van God verkondigen en ging voorzichtig maar ook duidelijk met de mensen om. Gelukkig groeien de gemeenten weer.”

Niet alleen toen, maar ook in zijn Huizer tijd had hij het bijzonder druk. Mevrouw Den Butter: „In Huizen was mijn man ’s avonds heel weinig thuis en stond ik vaak alleen voor de opvoeding. Ook kinderen van een dominee hebben een vader nodig.” Ds. Den Butter: „Tijdmanagement is voor een dominee heel belangrijk. Een predikant dient wel 7 dagen per week, 24 uur per dag beschikbaar te zijn, maar hij moet er wel naar streven niet meer dan 40 uur per week te werken. Het is de vraag of hij nog wel geestelijk bezig kan zijn als hij zo veel uren maakt dat hij niet aan zijn rust toekomt.”

Ds. Den Butter geeft aan dat hij in Aalst doorgaans veel meer werkte, maar hij nam wel maatregelen. Zo maakte hij elke dag tussen de middag een wandeling met zijn vrouw en bezocht hij bijeenkomsten alleen als dat noodzakelijk was. De predikant verwijst naar Mozes, die „opbrandde omdat hij dacht dat hij alles alleen moest doen.” Zijn schoonvader Jetro bracht daar verandering in. Hij noemt ook de Heere Jezus Die zijn discipelen soms meenam naar een rustige plaats. „Het is een heerlijke dienst, maar om het een heerlijke dienst te laten blijven, is het nodig om op tijd te rusten.”


Digibron

In archiefsysteem Digibron vindt u meer informatie over ds. Den Butter. Een aantal links staan in de tekst hierboven.

Ds. B. den Butter 25 jaar predikant (Reformatorisch Dagblad, 6 september 2006)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer