Kerk & religie

Stiekem naar de schuurtjeskerk

Het schuurtje stond zo’n halfuur gaans buiten het dorp. Het was een laag gebouwtje, met riet gedekt. Slechts aan één zijde viel door de kleine raampjes wat licht naar binnen. Het was het schuurkerkje dat aan het einde van de zeventiende eeuw aan de Voorweg in Zoetermeer stond. Hier gingen de roomsen, na de Reformatie, toen het dus niet meer mocht, stiekem naar de mis.

J. van ’t Hul
18 January 2002 08:18Gewijzigd op 13 November 2020 23:22

”Stiekem naar de kerk” is de naam van een tentoonstelling over de schuurkerk in Zoetermeer. De tentoonstelling, die is samengesteld in samenwerking met de Archeologische Werkgroep Zoetermeer, werd donderdagmiddag geopend in het Stadsmuseum. De expositie behandelt een spannende en soms ook weinig verheffende periode uit de Nederlandse kerkgeschiedenis.

In 1517 had Maarten Luther in Wittenberg de Hervorming op gang gebracht. In de toenmalige Nederlanden heerste echter de Spaanse vorst Karel V. Karel moest niets hebben van de wijze stellingen van de vrome monnik Maarten en hij joeg op iedereen die sympathiseerde met de Reformatie. Velen stierven op de brandstapel. Het was me wel een tijd, toen.

Het regiem van de rooms-katholieke Spaanse overheerser leidde tot veel ontevredenheid. Men wilde vrijheid om het nieuwe, protestantse geloof te kunnen belijden. In 1566 vloog de deksel van de ketel en werden roomse kloosters en kerken tijdens een wilde beeldenstorm onder de voet gelopen en geplunderd. Onheiligheden moesten weer plaatsmaken voor apostolische eenvoudigheid!

Toen na de Tachtigjarige Oorlog de Spaanse overheersing was afgelopen, werd het protestantisme verheven tot staatsgodsdienst. De zaken waren omgedraaid. De Gereformeerde Kerk deelde nu de lakens uit. Voor hen die Rome aanhingen, was geen officiële, zichtbare plaats meer. Wie nog naar de mis wilde, moest dat stiekem doen.

En dat deden ze! Stiekem aanbaden ze Maria. Stiekem sprenkelden ze wijwater in het rond. Stiekem trokken rondreizende priesters met altaartjes en draagbare tabernakels door ’s lands contreien. Stiekem ging men, via donkere stegen en duistere sloppen, naar de mis. Talloze schuurtjes en zolders werden omgebouwd tot schuilkerk. Achter onschuldige gevels gingen soms gehele kerkinterieurs verborgen. Soms werd de kerk in een leeg pakhuis of in een boerenschuur verstopt: de schuurkerk.

In de zeventiende eeuw keerde gaandeweg de openbare, kerkelijke vrijheid terug. Het waren eerst de luthersen, de vaderlandslievende doopsgezinden en de remonstranten die weer in het openbaar bijeen mochten komen. Rooms-katholieken moesten nog wat langer wachten.

Van de beruchte schuurkerken is in Nederland nog een aantal bewaard gebleven. Bekend zijn vooral de Begijnhofkerk, tegenover de Engelse Kerk op het Begijnhof te Amsterdam, en ”Onze Lieve Heer op Zolder”, nu museumruimte voor de Amstelkring in Amsterdam. Schuilkerken zijn er bij voorbeeld ook nog in Woerden (Jan de Bakkerstraat), in Dordrecht (Kuipershaven), in Diemen (De Hoop) en in Hoorn (De Steegjeskerk).

Ook het dorp Zoetermeer had een schuurkerk, aan de Voorweg. De expositie ”Stiekem naar de kerk” toont een groot portret van Martinus van der Velden (1603-1639), de eerste pastoor die na de Reformatie in Zoetermeer preekte. In 1639 werd hij opgepakt en in Den Haag gevangengezet. Een maand later overleed hij. De haat tegen de roomsen zat er in die jaren zo diep in dat zijn baar, tijdens de begrafenis, nog met stenen werd bekogeld. Dat was, alle vrome ijver ten spijt, niet zo fraai van de protestanten.

In het Zoetermeerse Stadsmuseum staat, tegenover het portret van de pastoor, ook zijn demonteerbare reisaltaartje, compleet met een Mariabeeld. Was de mis ten einde, dan draaide meneer pastoor gewoon de vurenhouten Maria weer om.

In 1796, in de Franse tijd, werd besloten dat alle godsdiensten gelijk waren. De protestantse kerk was niet langer de staatskerk en de rooms-katholieke kerk was niet langer verboden. De schuurkerk aan de Voorweg in Zoetermeer werd een officiële kerk. Het stiekeme was eraf. In 1816 werd aan de Dorpsstraat te Zoetermeer de nieuwe, aan Sint-Nicolaas gewijde roomse kerk gebouwd. Toen legde de schuurkerk het loodje.

Enkele jaren geleden vond men de sporen van de fundering van de schuurkerk terug. Talloze gebruiksvoorwerpen werden daarbij opgegraven. De expositie in het Stadsmuseum laat op een diapresentatie iets van de opgravingen zien. Brokstukken en scherven, potten en vazen, stenen, een Delfts blauw tegeltje en een stuk van een pilaar kwamen aan het licht. Op de expositie ”Stiekem naar de kerk” ligt het een en ander uitgestald: een steelpan, een plooischotel, een vuurtest, een papkom, een olielamp, een gehavend altaarvaasje en een eetbord met Adam en Eva onder de appelboom.

De niet al te grote expositie loopt uit op een nagemaakt schuurkerkje. In het halfduister staan wat wiebelige kerkbankjes. Er hangt een priestergewaad, er ligt de onvermijdelijke crucifix. Zo nu en dan klinken hier gregoriaanse zangen.

In een aangrenzende ruimte van het Stadsmuseum loopt een andere tentoonstelling, over het dorpsleven uit de vorige eeuw. Geflankeerd door de eerste transistorradio, een oude botervloot en serviesgoed uit oma’s tijd, ligt daar een heuse Statenbijbel. De toelichting zegt: „Protestantse Bijbel uit 1849.” Het Woord dat schijnt als een licht in een duistere plaats.

De expositie ”Stiekem naar de kerk” in het Stadsmuseum te Zoetermeer (Dorpsstraat 7) loopt tot 24 maart.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer