Mensen met lager inkomen overlijden vaker na hartaanval
RIJSWIJK/UTRECHT/AMSTERDAM (ANP) – Mensen met een lager inkomen hebben een grotere kans om te overlijden na een hartaanval, ook als zij al in een ziekenhuis liggen. Dat blijkt uit onderzoek van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC) en het Academisch Medisch Centrum Amsterdam (AMC), dat is gepubliceerd door de Hartstichting in het boek Hart- en vaatziekten in Nederland.
De onderzoekers namen de medische en inkomensgegevens van 76.000 patiënten onder de loep. Daaruit bleek dat mensen met een laag inkomen vaker sterven aan een hartaanval. Vooral mannen van 65 jaar en ouder en met een lager inkomen, sterven ook vaker als zij al in het ziekenhuis liggen. „Een voorafgaande studie heeft aangetoond dat bij mannen met een lage sociaal-economische status meer tijd zit tussen het optreden van de symptomen en de ziekenhuisopname en dat het langer duurt voordat een angiografie (een röntgenscan van de bloedvaten) wordt uitgevoerd”, stellen de onderzoekers.
Volgens een woordvoerster van de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC) kan het zo zijn dat mensen met een lage sociaal-economische status hun klachten in het ziekenhuis minder goed beschrijven en minder weet hebben van de besluitvorming in een ziekenhuis. „Dan loop je al een stap achter. Inmiddels is er veel aandacht voor dat probleem en is er ook bewustwording aan de kant van de artsen”, aldus de woordvoerster.
Voor vrouwen maakt het voor hun overlevingskans na een hartaanval binnen de muren van het ziekenhuis nauwelijks uit of zij een goed of slecht inkomen hebben. Buiten het ziekenhuis wel, net als voor mannen. Volgens de onderzoekers zijn er enkele mogelijke verklaringen. Zo zouden mensen met een lager inkomen meer risico lopen door een ongezonde leefstijl, wordt er vaker te laat medische hulp ingeschakeld en hebben deze mensen vaker een ernstig infarct, iets wat de NVVC onderschrijft.
In drie publicaties die sinds 2010 zijn uitgebracht, besteedt ook de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) aandacht aan dit fenomeen. De IGZ adviseert hoe op lokaal niveau kan worden gewerkt aan een betere gezondheid van mensen, oftewel preventie van een ongezonde levensstijl. Er is niet onderzocht hoe artsen beter zouden kunnen omgaan met het probleem, zo liet een woordvoerster weten.