Met een emmer zout de Domtoren op
UTRECHT – De ijzige wind blaast stuifsneeuw langs de hoogste trans van Utrechts bekendste bouwwerk: de Domtoren. Met je verkleumde vingers een pen vasthouden is onmogelijk. Maar dat geeft niets. Want na een klim van 465 treden ligt er aan je voeten een maagdelijk wit Utrecht.
Een winterse maandagmorgen op het Domplein. Een vader ploegt op de fiets door de grijze sneeuwblubber, zijn bemutste dochtertje voorop. Voor het VVV-informatiepunt, waar de rondleiding begint, stampen een paar toeristen en een stelletje zich warm. Domliefhebbers zijn er altijd, zomer en winter. Weer of geen weer.
Een recordaantal van 58.000 bezoekers betrad in 2012 de uitgesleten torentreden, liet exploitant Toerisme Utrecht onlangs weten. Ook nu gaat het –in hun voetsporen– de hoogte in, tot waar uiteindelijk op 95 meter hoogte het grijze puntdak begint.
Gids Justa sjouwt een emmer strooizout met zich mee om de glibberige transen begaanbaar te maken.
In de Michaelskapel, op 11 meter hoogte, is het nog behaaglijk warm. De ruimte die ooit dienstdeed als privékapel van de bisschop is nu in gebruik als trouw- en vergaderlocatie. Veertien meter hoger, in de voormalige woning van de torenwachter, is het beduidend kouder. En dan te bedenken dat deze man, die het hoogste huis van Utrecht bewoonde, buiten zijn behoefte moest doen. Een gat in de vloer fungeerde als toilet.
Er valt maar weinig daglicht op de stenen wenteltrap. Af en toe geeft een smalle opening in de muur zicht op de Utrechtse grachten en de schijnbaar met poedersuiker bedekte huizen. De temperatuur daalt. Gids en volgelingen ademen witte wolkjes uit.
Na 221 treden is de klokkenzolder bereikt. Door de openingen aan weerskanten is sneeuw naar binnen gewaaid. De zwaarste klok weegt 8000 kilo, volgens Justa evenveel als twee olifanten. Iedere zondag kondigen enkele klokken de kerkdienst aan. Aan het begin van het nieuwe jaar, om 00.00 uur ’s nachts, komen álle klokken in beweging. De Utrechtse kolossen brengen –na de dom van Keulen– het zwaarste klokgeluid ter wereld voort.
Dat de overzichtslocatie vorig jaar 5 procent meer bezoekers trok dan in 2011, is het gevolg van betere promotie. Marketeers zijn ook niet dom. De VVV-winkel aan de voet van de toren verkoopt sinds enige tijd souvenirs van de Domkerk, zoals kaarsen en bouwplaten.
Met het aanbieden van thema-activiteiten –lichtjes kijken in december, een romantische avondrondleiding mét prosecco op Valentijnsdag– mikt de organisatie op een gemêleerd publiek. Voor kinderen zijn er speciale rondleidingen.
De klim op deze maandagmorgen zou Toerisme Utrecht zomaar een winterwonderwandeling kunnen noemen. Op de klokkenzolder begint het spel van de elementen. „Wanneer het buiten mistig is, mist het ook binnen”, lacht Justa.
Het carillon hangt 70 meter en 318 treden hoog. Hier geen gemetselde muren meer maar een open constructie, kenmerkend voor de Domtoren. Daar zijn goede redenen voor, licht de gids toe. Het geluid van de klokken vindt ongehinderd een weg naar buiten en de toren heeft geen last van de wind. Die blaast er gewoon doorheen.
Vanaf deze verdieping, die de lantaarn wordt genoemd, vernauwt zich het trappenhuis. Op de treden liggen modderige plasjes. Ze eindigen op de hoogste trans.
Beneden ligt Utrecht. Wit. Weids. Mensen en huizen zijn geslonken tot kabouterformaat. Het donkergrijze water van de onbevroren grachten valt op. Evenals de besneeuwde torenspitsen en daken van de vele godshuizen in de stad. Kerken die gewoonlijk verscholen liggen, zijn nu goed te zien. De Sint-Willibrordkerk bijvoorbeeld.
De Domtoren is met zijn 112 meter de hoogste middeleeuwse toren van Nederland. Ter geruststelling van mensen met hoogtevrees: om de torentrans zit een stevige balustrade.