Economie

Voor meeste werknemers netto een plusje op eerste loonstrook 2013

ROTTERDAM – Bij miljoenen Nederlanders valt dezer dagen de eerste loonstrook van 2013 op de mat. Uit cijfers van salarisdienstverlener ADP blijkt dat de meeste werknemers netto iets meer overhouden dan vorig jaar. Maar de koopkracht is een ander verhaal.

Drs. A. A. C. de Rooij
24 January 2013 09:59Gewijzigd op 15 November 2020 01:32
Loonstrookje. beeld ANP
Loonstrookje. beeld ANP

„Ingewikkeld blijft het”, beaamt Dik van Leeuwerden, manager van ADP. Voor velen is het overzicht dat ze maandelijks van hun werkgever ontvangen een niet te doorgronden brij van begrippen en getallen. Zij kijken alleen naar het eindresultaat, helemaal onderaan; het bedrag dat zij bijgeschreven krijgen op hun bankrekening.

Volgens ADP, het bedrijf dat voor 1,4 miljoen Nederlanders de loonstrook verzorgt, gaan degenen met een modaal inkomen (bruto 2546 euro per maand) er netto 24,92 euro op vooruit. Dat voordeel wordt echter deels tenietgedaan door forsere premies van pensioenfondsen en overige branchegerelateerde, in cao’s overeengekomen heffingen. Zo tikt in de bouw een verhoging van de arbeidsongeschiktheidspremie flink aan. Er blijft daar een plus over van maar 12 euro. In de gezondheidszorg is dat bijna 
15 euro en in de sector metaal en techniek 19 euro.

Door aanpassing van de inkomstenbelasting voor de eerste schijf van 33,1 naar 
37 procent leveren lagere inkomens dit jaar iets in. Vanaf een bruto-inkomen van 1750 euro per maand, aldus nog steeds de berekeningen van ADP, valt het nettoloon hoger uit, waarbij ander­half keer modaal het beste scoort, met een extraatje van 38 euro. De hogere salarissen stijgen het minst of dalen iets door de op dat niveau geringere arbeidskorting.

Wat er uiteindelijk overblijft, is niet gelijk aan het vrij besteedbaar inkomen. In die zin geeft de loonstrook een verhullend beeld. Toeslagen en inhoudingen als huurtoeslag, kinderopvangtoeslag en de hypotheekrenteaftrek zijn belangrijke posten die de koopkracht beïnvloeden. „De trend is dat veel mensen in 2013 minder te besteden hebben”, zegt Van Leeuwerden. Die conclusie zal in deze tijden van economische crisis, met een overheid die zwaar moet bezuinigen, niemand verbazen.

Wie de opbouw van de nieuwe loonstrook vergelijkt met die in voorgaande jaren, constateert een verandering. Die heeft te maken met invoering van de Wet uniformering loonbegrip (ULB). Van Leeuwerden legt uit: „De ULB zorgt ervoor dat alle inhoudingen voor belasting en premies volksverzekeringen over één bedrag worden berekend, de zogenoemde grondslag.” Hij wijst erop dat hierdoor het voordeel van een auto van de zaak voortaan wordt meegeteld voor de afdracht aan de werknemersverzekeringen.

De ZVW (Zorgverzekeringswet) verdwijnt van de loonstrook. In 2012 werd op het loon een inkomensafhankelijke bijdrage ingehouden in dit kader en was de werkgever verplicht die te vergoeden. Voortaan komt die premie volledig voor rekening van de baas.

Van Leeuwerden: „Een en ander maakt de loonstrook overzichtelijker. Dat wil nog niet zeggen ook begrijpelijker.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer