„Landbouwbeleid te stevig door verkeerde aannames”
DEN HAAG – Het mest- en visserijbeleid blijkt in de praktijk vaak veel te stevig. In de Noordzee zwemt bijvoorbeeld veel meer vis dan wetenschappers denken. De SGP wil daarom dat de meetmethodes die de grondslag vormen voor het beleid kritisch worden bekeken.
SGP-Kamerlid Dijkgraaf kaartte de kwestie woensdag aan bij het debat over de landbouwbegroting. Hij baseert zich op onderzoek van de Wageningse wetenschapper dr. Egbert Lantinga. Die stelde recent de meetmethodes ter discussie. Ze zouden op verkeerde aannames zijn gebaseerd, waardoor de onderzoeksresultaten een te negatief beeld geven van de werkelijkheid. Zo blijkt de ammoniakuistoot lager dan gedacht.
„We komen er steeds meer achter dat er een patroon is van slecht onderbouwde theoretische exercities”, stelt Dijkgraaf. Als Lantinga’s onderzoek klopt, zou dat „verstrekkende gevolgen hebben voor het beleid,”
Welke consequenties dan?
„Door de strikte mestemissienormen zijn veel boeren op kosten gejaagd omdat ze bijvoorbeeld luchtwassers moesten kopen voor hun stallen en omdat ze niet meer bovengronds mest mochten uitrijden. Daarnaast zitten bedrijven naast natuurgebieden op slot.
Als de werkelijkheid anders is dan de berekeningen zeggen, zouden boeren gemakkelijker ruimte kunnen krijgen om te groeien. Een algehele versoepeling van het landbouw- en visserijbeleid zou mogelijk zijn.”
Wat verwacht u van landbouwstaatssecretaris Dijksma?
„We vragen voor het eind van het jaar een grote, algemene veldstudie op verschillende plekken in het land en onder verschillende klimatologische omstandigheden. Die studie moet uitwijzen of Lantinga’s onderzoek juist is.”
Hoeveel steun heeft u daarvoor in de Kamer?
„VVD, CDA en PVV steunen ons en we proberen ook de PvdA zover te krijgen. Maar ik reken er eigenlijk op dat alle partijen geïnteresseerd zijn in de feiten.”