De prijs van blowen
Drugs zijn voor niemand gezond, maar zeker niet voor jongeren. Bij hen zijn essentiële delen van het brein nog in ontwikkeling. Ook cannabis, in de ogen van het brede publiek een onschuldig middel, schaadt de hersenen. „Blowen is minder onschuldig dan velen denken.”
Binnen het Trimbos-instituut richt dr. Raymond Niesink zich op de schadelijke effecten van drugs. Nauwgezet houdt hij de samenstelling van bestaande middelen bij. En de introductie van nieuwe stoffen. Vaak gaat het om drugs die zijn gemaakt in China en India. „Via internet wordt er reclame voor gemaakt. Als ze heel schadelijk zijn, proberen we ze op de lijst van verboden stoffen te krijgen. Is dat gelukt, dan komen er vaak alweer nieuwe stoffen op de markt.”
Hoewel hij het probleem niet wil bagatelliseren, ligt de spits van zijn werk voor de toxicoloog elders. „De groep gebruikers van nieuwe stoffen is in Nederland beperkt. Waarschijnlijk omdat de kwaliteit van de bekende drugs in ons land over het algemeen goed is.”
Meer zorgen maakt de medewerker van het Trimbos-instituut zich over cannabis, de meest gebruikte drug. „Blowen is minder onschuldig dan velen denken.” Hij zegt dat al jaren en steeds meer drugsonderzoekers delen die opvatting. Niet zozeer vanwege de stof zelf, maar vooral door de populariteit ervan onder jongeren. „Net als alcohol. Vaak is sprake van een combinatie van beide middelen.”
Het bagatelliseren van het risico van cannabisgebruik door jongeren kwam voort uit de gedachte dat de hersenen bij een kind van 6, 7 jaar zijn uitgegroeid. Inmiddels is duidelijk dat dit uitsluitend geldt voor de omvang. Moderne scantechnieken tonen aan dat de ontwikkeling van het brein doorgaat tot minimaal het twintigste levensjaar. „Organen in ontwikkeling zijn veel gevoeliger voor de invloed van toxische stoffen. Daardoor is gebruik van drugs op jonge leeftijd extra schadelijk.”
Dat geldt met name voor de prefrontale cortex, het deel van de hersenen dat van grote betekenis is voor cognitieve en emotionele functies zoals beslissingen nemen, plannen, sociaal gedrag en impulsbeheersing. „Het verlangen naar bepaald gedrag vanuit het beloningscentrum in de hersenen wordt zo nodig gecorrigeerd door de prefrontale cortex. Schade aan de prefrontale cortex leidt ertoe dat ongewenst gedrag niet wordt afgeremd. Omdat dit controlerende systeem tussen het twaalfde en het twintigste jaar wordt aangelegd, is de kans op verslaving veel groter als iemand op jonge leeftijd gaat gebruiken. Daarnaast spelen genetische factoren, omgevingsfactoren, het type drug, de dosering en de wijze van innemen een rol.”
Partydrug
Onderzoek door het Trimbos-instituut in coffeeshops wees uit dat het aandeel thc (de verslavende stof) in cannabis sterk is toegenomen. „Je mag aannemen dat de hersenschade daardoor groter is dan onderzoek van enkele jaren terug suggereert. Cannabis bindt zich aan receptoren in de hersenen die bestemd zijn voor lichaamseigen cannabisachtige stoffen ter bescherming van zenuwcellen. Het thc in plantaardige cannabis blokkeert dit beschermde effect.”
Ook het gehalte aan de actieve stof mdma in de populaire partydrug xtc nam de achterliggende jaren explosief toe. „Dat is bijzonder verontrustend. Het onderzoek naar het effect van xtc op de hersenen is verricht onder gebruikers die pillen met 70 milligram mdma slikten. De onderzoekers concludeerden dat de hersenschade bij hen beperkt was. Je kunt je afvragen of dat ook het geval is wanneer mensen pillen met 200 milligram mdma slikken. Die zijn momenteel in grote hoeveelheden op de markt.”
Het oude onderscheid tussen harddrugs en softdrugs is op basis van de huidige wetenschappelijke kennis volgens Niesink wat kunstmatig. „De zogenaamde drugsranking van het RIVM geeft aan dat heroïne en crack samen met alcohol en tabak relatief het schadelijkst zijn. Paddo’s en lsd scoren laag. Cannabis en xtc zitten in de middencategorie. Kijk je naar de omvang van het gebruik en de leeftijd van de gebruikers, dan is het goed verdedigbaar om cannabis een hogere plaats op de ranglijst te geven.”
Een wereld van drugs
Het gebruik van verdovende, stimulerende of bewustzijnsveranderende middelen kent een lange geschiedenis. In zijn boek ”Drugs, verslaving en onze hersenen” biedt de Franse neurobioloog Lucas Salomon een boeiend overzicht van natuurlijke en synthetische drugs.
In Afrika is de kolanoot, vrucht van de kolaboom, al vele eeuwen populair. Het kauwen op de noot –die werd gebruikt in het oorspronkelijke recept van Coca-Cola– heeft een stimulerend effect dankzij het hoge cafeïnegehalte.
Op de hellingen van de Andes groeit de cocastruik. Uit de bladeren wordt cocaïne gewonnen. Ook deze drug heeft een stimulerend effect. In Mexico en Zuid-Texas is de peyotecactus te vinden. Deze woestijnplant bevat mescaline, een psychedelische drug die hallucinaties veroorzaakt.
Het gebruik van opium, gewonnen uit papaverbollen, was oorspronkelijk verbonden met het Aziatische continent. Azië is ook de bakermat van cannabis, grondstof voor hasj en wiet.
Europeanen die het heden voor even wilden vergeten, laafden zich vooral aan de alcohol. Door de opkomst van de internationale handel raakten de verschillende soorten drugs over de gehele wereld verspreid.
Behalve natuurlijke middelen kwamen er ook synthetische drugs op de markt. Zo ontwikkelde de Zwitserse chemicus Albert Hofmann lsd, een middel met sterk hallucinogene eigenschappen. Het werd enige tijd toegepast voor psychiatrische doeleinden. De bekende Nederlandse psychiater en hoogleraar Jan Bastiaans gebruikte het bij de behandeling van patiënten met een ernstig oorlogssyndroom, vandaag bekend als PTSS.
Heroïne was aanvankelijk bedoeld als middel tegen morfineverslaving, maar bleek zo mogelijk nog verslavender. Amfetaminen werden in de Tweede Wereldoorlog ingezet voor het bestrijden van vermoeidheid en het verhogen van de waakzaamheid bij soldaten.
Moderne neurologische technieken maakten het mogelijk om onderzoek te doen naar de werking van drugs in het centrale zenuwstelsel. Binnen zenuwcellen (neuronen) plant informatie zich voort in de vorm van elektrische prikkels. Deze informatie wordt in chemische vorm overgedragen op andere zenuwcellen door zogenaamde neurotransmitters.
Alle drugs hebben één eigenschap gemeen: ze werken in op het beloningscentrum in de hersenen. Dat doen ze door de afgifte van de neurotransmitter dopamine te stimuleren.
Inmiddels is duidelijk dat de invloed van drugs niet beperkt blijft tot het zogeheten dopaminerge systeem in de hersenen. Ze veroorzaken ook hyperactiviteit van neuronen die gebruikmaken van de neurotransmitters noradrenaline en serotonine.
Het effect van langdurig en intensief gebruik van drugs op de hersenen is niet voorbij wanneer de gebruiker stopt met roken, spuiten, slikken of snuiven. Het anatomisch en moleculair geheugen van het gebruik blijft bestaan.
Hoewel de gevolgen van verboden en getolereerde drugs structurele aandacht verdienen, blijven de in elke supermarkt verkrijgbare alcohol en tabak de meest dodelijke drugs. Jaarlijks overlijden er in Nederland zo’n 20.000 mensen van twintig jaar en ouder aan de directe gevolgen van roken. Het aantal aan alcohol gerelateerde sterfgevallen schommelt rond de 1750 per jaar.
”Drugs, verslaving en onze hersenen”, Lucas Salomon; uitg. Veen Media, Diemen, 2012; ISBN 9789085711209; 207 blz.; € 42,50.
Minder onschuldig dan gedacht
Het aantal gebruikers van cannabis (de verzamelnaam voor hasj en wiet) in Nederland stabiliseert zich. Vergeleken met de meeste andere Europese landen blijft het opvallend hoog.
In 2011 was 8 procent van de scholieren op middelbare scholen een actueel gebruiker van wiet (marihuana) of hasj. Onder 15- en 16-jarigen was dat 14 procent, tegenover een Europees gemiddelde van 7 procent.
De groep jonge cannabisgebruikers met een hulpvraag bij de verslavingszorg blijft groeien. Tussen 2000 en 2010 nam het aantal toe van 3.500 tot 11.000. Het aantal cannabiscliënten tussen de 15 en de 19 jaar verviervoudigde in deze periode. Bijna 30.000 gebruikers voldoen aan de diagnose ”cannabisafhankelijk”. Ze hebben vaker dan de doorsnee-Nederlander te kampen met psychische stoornissen zoals angst, depressie, ADHD en gedragsstoornissen.
Voor de stijging van de hulpvraag onder cannabisgebruikers bestaat geen eenduidige verklaring. Waarschijnlijk spelen meerdere factoren een rol: een toename van het aantal probleemgebruikers, het hoge gehalte aan thc in de in Nederland geteelde nederwiet, de verbetering van het hulpverleningsaanbod en een toenemende bewustwording van de verslavende eigenschappen van cannabis.
Lange tijd stelden wetenschappers dat verslaving aan cannabis niet zou bestaan. Die opvatting is intussen door onderzoek weerlegd. Ook cannabis leidt tot een verhoogde afgifte van dopamine in de hersenen: hét kenmerk van verslavende drugs.
Bovendien vergroot cannabisgebruik het risico op het ontwikkelen van schizofrenie op latere leeftijd. Dr. Raymond Niesink, als farmacoloog-toxicoloog werkzaam bij het Trimbos-instituut in Utrecht, toonde met literatuuronderzoek aan dat thc tijdens de puberteit kan leiden tot structurele veranderingen in de prefrontale cortex. Afwijkingen in dit deel van de hersenen bevorderen het ontstaan schizofrenie.