Buitenlandse euro verovert Nederland
Langzaam maar zeker weten buitenlandse euro’s de weg naar Nederland te vinden. Alleen euro’s uit Finland, San Marino en Vaticaanstad blijven achter.
Dat blijkt uit de eerste resultaten van een onderzoek naar de eurodiffusie van de Studiegroep Wiskunde met de Industrie in samenwerking met het wetenschapsmagazine Natuur & Techniek.
Gisteren hadden ruim 250 ’eurometers’, vrijwillige muntentellers, in de laatste drie dagen zo’n 10.000 munten in Nederland gecontroleerd op herkomst. Op 92,4 procent van de onderzochte munten is de afbeelding van koningin Beatrix te zien. Op grote afstand volgen de Duitse munten (2,4 procent). Op een gedeelde derde plaats staan de Franse en de Belgische euro (1,1 procent).
Opvallend is het verschil per muntcoupure. Van de in opspraak geraakte eurocent is ruim 95 procent van Nederlandse komaf. Van de 1-euromunt is dat een kleine 88 procent. „De munt van 1 euro wordt veel vaker gebruikt en heeft daardoor een grotere omloopsnelheid. De kleine eurocent krijg je bij een kassa terug en die blijft vaak erg lang in je portemonnee zitten”, is de uitleg van een van de onderzoekers.
Om een goed beeld van de reizende euro te krijgen zijn er zes data waarop de ruim 600 aangemelde ’eurometers’ gevraagd worden die dag resultaten in te leveren. De eerste centraal gecoördineerde meting vindt plaats op 1 februari. Dan zullen ook schoolklassen hun metingen doorgeven.
De onderzoekers verwachten dat over een aantal jaren nog slechts 5 procent van de munten uit Nederland komt. De Nederlandse beurs zal dan voor eenderde gevuld zijn met Duitse euro’s.
Bij de opzet van het experiment sprak E. Vermeulen, redacteur van Natuur & Techniek, de verwachting uit dat euro’s uit Griekenland en Finland het langst over de reis naar Nederland zouden doen. „Deze landen hebben geen aangrenzende eurolanden en dus zal de verspreiding trager verlopen. Volgens de berekeningen zal een euro gemiddeld met 3 tot 4 kilometer per dag reizen”, aldus Vermeulen eind vorig jaar. „Daar komt bij dat een inwoner van Amersfoort minder snel een buitenlandse euro in handen krijgt dan een inwoner van de grensstreek.”