Deze Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) schrijft aan het ministerie van Veiligheid en Justitie dat van verstandelijk beperkte personen niet dezelfde verantwoordelijkheid verwacht kan worden als van normaal begaafde mensen. Mensen met een LVB hebben moeite met leren, sociale en praktische vaardigheden, lezen en schrijven. Ook hebben ze vaker dan gemiddeld psychische en gedragsproblemen.

Het kabinet wil dat gedetineerden meer verantwoordelijkheid nemen voor hun tijd in de gevangenis en die daarna. Gevangenen kunnen bijvoorbeeld promoveren naar arbeid van een hoger niveau, een betere opleiding of een hogere beloning als ze zich voldoende inzetten. Aan de andere kant kunnen zulke voordelen ook weer afgepakt worden als ze niet genoeg hun best doen. Personen met een LVB zouden juist maatwerk moeten krijgen, dat past bij hun niveau, vindt de RSJ.

De commissie vindt verder dat er intensieve nazorg moet komen voor licht verstandelijk beperkte personen die hun straf bijna hebben uitgezeten. Er moeten meer trainingen komen die geschikt zijn voor deze gevangenen, onder andere om ze te begeleiden naar werk en naar contact met de gemeente waar ze gaan wonen. Bovendien zouden medewerkers van gevangenissen beter getraind moeten worden in het omgaan met personen met een LVB.