Dat was de boodschap die president Desi Bouterse zaterdag naar voren bracht tijdens een nationale conferentie over de toekomst van het land.

Op de „historische” conferentie Suriname’s Vision 2030 proberen voor het eerst alle maatschappelijk organisaties, los van partijpolitiek, een langetermijnvisie voor Suriname op te stellen. Dat is belangrijk omdat veel goede plannen vaak niet uitgevoerd worden door onderlinge verschillen, zei Bouterse.

„Tijdens onderlinge gesprekken concluderen we vaak dat we niet ver uit elkaar liggen. Maar wat gebeurt is dat veelbelovende projecten stagneren doordat organisatiechauvinisme en verschillen in levensbeschouwelijke en politieke aspecten te veel ruimte krijgen.”

De grootste oppositiepartij, de Vooruitstrevende Hervormings Partij (VHP), nam het initiatief. VHP-voorzitterChandrikapersadSantokhi, oud minister van Justitie, benadrukt dat de toekomstvisie een zaak is van heel Suriname. Bestaande meningsverschillen over bijvoorbeeld de omstreden amnestiewet mogen die samenwerking niet belemmeren, vindt hij. „We kunnen nu vallen over wat ons tegenstaat, maar in 2030 ben ik er niet meer en is Bouterse er niet meer. Dus moeten we nu samenwerken”, zegt Santokhi.

Een van de belangrijkste dingen die moeten veranderen, is de kwaliteit van het bestuur en van instituten, zoals de rechterlijke macht en monetaire instanties. „Gebleken is dat landen met veel minerale rijkdommen andere economische sectoren verwaarlozen. Daarom is het belangrijk dat Suriname strategisch blijft denken en ook andere sectoren ontwikkelt”, zegt Santokhi. Landbouw en toerisme zijn enkele van die nieuwe sectoren. Ook Bouterse zei dat Suriname „nog lang niet alles benut wat het land van de natuur heeft gekregen”.