Nederland partnerland op de Grüne Woche
BERLIJN – Nederland is dit jaar voor de zestigste keer vertegenwoordigd op de Grüne Woche in Berlijn. Maar voor het eerst is Nederland partnerland op ‘s werelds grootste consumentenbeurs voor voedsel, land- en tuinbouw. Het presenteert zelfbewust de eigen producten.
„Nederland heeft de lente mee naar Berlijn gebracht”, zei Berlijns burgermeester Wowereit vrijdag tegen de achtergrond van een bloemendecor. De geur van hyacinten overheerst die van poffertjes en haring bij het Nederlandse paviljoen.
De Nederlandse staatssecretaris van Landbouw Dijkstra, de Duitse landbouwminister Aigner en de Duitse bondskanselier Merkel flankeren de Berlijnse burgermeester op deze winterse morgen. „Wat kwaliteit betreft: super”, prijst Merkel de Nederlandse agrarische producten.
In het paviljoen prijken komkommers uit Venlo, tulpen uit Rijnsburg, kaas uit de Zaanstreek en mosselen uit Zeeland. Ook de poffertjesstand en de stroopwafelkar ontbreken niet. Een dweilorkest zorgt voor muziek en Frau Antje, het Hollandse kaasmeisje, staat klaar om met de bezoekers op de foto te gaan. Op de achtergrond draaien de wieken van een molen van bordkarton.
Onder het motto ”Qualität wächst in Holland” (Kwaliteit groeit in Holland) laat de Nederlandse land- en tuinbouw zien wat ze in huis heeft. Sjouke Bouma in 2011 Europees kampioen bij de jonge slagers, braadt vlees. Het publiek staat in de rij om te proeven.
Bezoekster Regine Seidel uit Berlijn verorbert een schaaltje mosselen. „Prima kwaliteit en een stuk goedkoper dan bij de Fransen”, zegt ze.
Volgens Upt Hiddema van de boeren- en tuindersorganisatie LTO is de beurs erg belangrijk voor de Nederlandse sector. „Duitsland is een belangrijke partner. Kun je de Duitsers tevreden houden, dan heb je een goeie koopman om de hoek”, legt hij uit. In 2012 ging ruim een kwart van de Nederlandse uitvoer van land- en tuinbouwproducten naar Duitsland. Die stroom was goed voor bijna 20 miljard euro.
Voor de standhouders is het belang verschillend: bloemenexporteur Marco Maat vertegenwoordigt de bloementeelt. Hij is er vooral voor de promotie. „Nieuwe klanten zal ik niet snel binnenhalen, maar leuk is het wel, vooral aan het eind van de dag, als de mensen een glaasje op hebben”, zegt de rijzige Rijnsburger.
Nettie Bennemeer van kaasmakerij Catharina Hoeve is voor de achtste keer op de Grüne Woche. Ze levert aan diverse kaashandelaren in Duitsland, ook in Berlijn. Met onder meer biologische soorten hoopt ze meer afnemers te vinden in deze tijden van economische crisis. „Maar het is ook leuk om Nederland te promoten. Je staat hier toch ook voor je land”, zegt Bennemeer tussen de verkopen door.
Tussen alle optimisme valt het Hiddema van LTO ineens op dat het belangste akkerbouwproduct ontbreekt: de aardappel. „Dat is toch ons op een na belangrijkste exportproduct. Misschien moeten we volgend jaar zakjes pootaardappelen gaan uitdelen voor de Oost-Duitse volkstuintjes”, mijmert hij. „De kost gaat tenslotte voor de baat uit.”