Opinie

Recept voor Facebookverslaafden: terug naar het Kalme Web

En jawel, de week is nog niet om of er ligt er weer een. Een rapport waaruit blijkt dat ouders weinig greep hebben op het internetgedrag van hun kinderen. De helft van de ouders zegt strenge regels te hanteren. Slechts een vijfde van de jongeren herkent dat.

S. M. de Bruijn
19 January 2013 08:13Gewijzigd op 15 November 2020 01:26
Foto EPA
Foto EPA

Het Trimbos-instituut onderzocht het gebruik van verslavende middelen en de rol van de opvoeding van de ouders. Dit jaar is voor het eerst niet alleen naar roken, alcohol en cannabis gekeken, maar ook naar internetgebruik. Dat is minder vreemd dan het klinkt, want er zijn intussen de nodige aanwijzingen dat internetverslaafden dezelfde problemen ondervinden als mensen met andere verslavingen. Of je nu niet los kunt komen van een sigaret of buitensporig gamet, of je niet kunt stoppen na het vijfde pilsje of na je vijfde uur Facebook, Twitter of msn: het lijkt sterk op elkaar. Ook bij internetverslaving treden verschijnselen op als verlies aan zelfbeheersing en controle, of onrust en agressie als je niet op tijd verder kunt gamen.

Bezorgde ouders die nu meteen hun kinderen (of zichzelf) willen onderwerpen aan een zelftest –jawel, op internet– moeten wel eerst even nadenken. Niet iedereen die regelmatig snoept, weleens rookt of een biertje drinkt, is daarmee een verslaafde – en dat geldt ook voor jongeren die een computerspel doen of een account hebben op Facebook. Om maar wat te noemen: het lijkt me onverstandig dat een jongen vijf uur per dag bezig is met een game, maar het wil nog niet zeggen dat hij eraan verslaafd is. Bovendien, als dat wel het geval is, denken deskundigen dat er vaak sprake is van een onderliggend probleem, zoals eenzaamheid, een fobie of depressie. De les is dus dat we voorzichtig moeten zijn met te snelle conclusies.

Dat gevoel bekroop me ook bij een ander somber makend rapport, dat begin vorige week verscheen. ”De zwarte kant van social media”, dat is zo’n titel die snel de aandacht trekt. De auteurs werken bij Sogeti, een ict-bedrijf. Opvallend, want daarvan verwacht je niet direct dat het mensen bang gaat maken voor sociale media. Toch is dat meteen de emotie die het lezen van dit rapport oproept.

Het rapport somt, net als de voorpublicatie die begin vorig jaar al verscheen, de „tien gitzwarte gevolgen voor Homo Digitalis-Mobilis” op. Even in een oneliner: sociale media maken u dom, asociaal, narcistisch, egotripperig, (geestes)ziek, tasten uw geheugen aan, zadelen u op met tunnelvisie, manipuleren u, zetten aan tot terreur, voeden uw sensatiezucht, zijn het instrument van Big Brother en betekenen het einde van al uw privacy. En dat zijn geen losse kreten van de auteurs maar elke bewering is geïllustreerd met voorbeelden. Voeg daarbij de hoofdstukken over miljarden dollars en euro’s die de overvloed aan informatie onze economie kost en over de gevaren voor de veiligheid.

Je zou verwachten, na alle discussie over bankiers die zichzelf verrijken en geen oog hebben voor de gevolgen van hun gedrag, dat de directeur van dit ict-bedrijf op de laatste pagina van het rapport aankondigt dat hij meteen de stekker eruittrekt. Dat doet hij niet en dat helpt ook weinig. Het is al moedig genoeg om zo’n rapport te laten verschijnen.

Zoals gezegd, ook hier moet de lezer voorzichtig zijn met te snelle conclusies. Dit zwartboek is een opsomming van nare bijwerkingen van sociale media. Een deel van de beweringen is gebaseerd op aannames in plaats van op gedegen onderzoek. Soms is dat logisch, want het is nog nauwelijks mogelijk om uitspraken te doen over de langetermijngevolgen van het gebruik van sociale media op het geheugen. Dat geven de auteurs ook zelf toe. Maar soms zijn hun conclusies ook overdreven. Bij de Facebookmoord, de rellen in Londen en de massamoord van Anders Breivik speelden sociale media een rol, maar dat betekent nog niet dat ze aanzetten tot terreur. Een opinieartikel in NRC Handelsblad legde daar terecht de vinger bij.

Een ander manco aan het rapport is dat er ook potentiële risico’s onbelicht blijven. Denk aan de invloed van beeldcultuur op de leescultuur en aan de overdosis entertainment die sociale media ons door het keelgat proberen te duwen.

Toch is dat zeker geen reden om het zwartboek links te laten liggen. Inderdaad, het is eenzijdig omdat het de voordelen van sociale media buiten beeld laat, het is nogal pathetisch geschreven, maar het bevat ook veel wijze raad. Er is een way-out, een afrit van deze digitale snelweg en die heet SlowTech. „Het minste wat we kunnen doen, is onszelf zo nu en dan oefenen in SlowTech – dus zorgen dat onze devices niet de overhand krijgen.” Dat vraagt ander gedrag, leggen de auteurs uit. Een uitgekiend, evenwichtig informatiedieet gebaseerd op de menselijke maat in plaats van ‘always-on’. Zoals slow food in plaats van MacDonald’s. Regelmaat in plaats van willekeur. Matigheid in plaats van alles tegelijk willen zien en volgen. Met z’n allen op dit dieet van het Kalme Web. Paradoxaal genoeg kan juist techniek daarbij helpen en dat verklaart weer waarom zo’n rapport uit de koker van een ict-bedrijf komt.

De auteur is adjunct-hoofdredacteur van het RD en lector jongeren, onderwijs en nieuwe media bij Driestar Educatief. Reageren? welbeschouwd@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer