Ds. Clements: Voetius was op gebied van zending zijn tijd ver vooruit
GOUDA – De zeventiende-eeuwse theoloog Gisbertus Voetius was wat betreft zijn visie op de zending zijn tijd ver vooruit, zo stelde ds. G. Clements vrijdagavond in Gouda tijdens de jaarlijkse winterconferentie voor studerenden van de Gereformeerde Gemeenten. „Hij had iets profetisch.”
Voetius ontwikkelde een complete zendingstheologie, aldus de predikant van de gereformeerde gemeente van Gouda.
Voetius constateerde dat de Rooms-Katholieke Kerk in zijn tijd veel zending bedreef, terwijl de protestanten vooral op zichzelf waren gericht. De rooms-katholieken bedreven met name zending in Azië en Zuid-Amerika.
De structuur van zijn boek ”De planters en de plantinge der kerken” ontleende Voetius aan een boek over de zending, van Ignatius de Loyola, stichter van de jezuïetenorde. Ds. Clements: „Inhoudelijk staat Voetius’ boek echter haaks op dat geschrift. Hij liet zich vooral leiden door Calvijn en Willem Teellinck.”
Voetius betoogde dat het Evangelie niet alleen moest worden gebracht aan de heidenen ver weg, maar ook aan ongelovigen en ketters, aldus ds. Clements. De nadere reformator besefte dat iedere groep een eigen benadering nodig had. Zo dacht hij de Joden te kunnen winnen door overreding uit het Oude Testament. Voor ketters was vaak juist een overreding uit het Nieuwe Testament nodig. Moslims en heidenen wilde hij werven door verstandelijke overreding. „Voetius stelde dat de bekering van moslims uiterst moeilijk was, omdat ze zo hardnekkig waren.”
Het doel van de zending was voor Voetius in de eerste plaats kerkplanting door middel van onderwijs en catechese. Ds. Clements: „Voetius dacht ecclesiologisch.”
Voetius vond het niet de taak van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), de Staten of particulieren om zendelingen uit te sturen. „De zending gaat uit van de kerk en de ambten.” Hij verwees naar Handelingen 13 en 15.
Ds. Clements gaf aan dat kerkplanting niet het hoogste doel van Voetius was. „Voetius eindigt in de ”gloria Dei”. Het gaat niet om de kerk op zich, maar om de eer van God. Zending is Gods zaak. Hij is de Eerste en de Laatste.”
Het boek van Voetius begint dan ook met Degene Die zendt. „Vaak lopen op het zendingsveld zaken uit de hand doordat zendingswerkers met hun eigen activiteiten bezig zijn. Het is een troost te weten dat zending Gods zaak is.”
Zending is volgens ds. Clements van het grootste belang. De beloften van God voor de heidenen zijn er al in het Oude Testament. Hij wees onder meer op Abraham, in wie alle volken gezegend zouden worden. „En Christus gaf het zendingsbevel”, aldus de Goudse predikant. „Het waren een van de laatste woorden voor Zijn hemelvaart.”