„Jonge kerk weet met succes doelgroep aan zich te binden”
HILVERSUM – Er zijn tal van nieuwe kerken en geloofsgemeenschappen gestart sinds 2007. Omroep IKON bracht ze in kaart. Bij 38 procent van de gemeenschappen bestaat driekwart van de bezoekers uit de beoogde doelgroep. Dat is positief, aldus het rapport. Het aantrekken van niet-kerkelijken blijkt echter erg moeilijk.
Natan Mulder, stagiair bij omroep IKON, afdeling Nieuwe Media, onderzocht het succes van jonge „christelijke geloofsgemeenschappen”. In deze gemeenten, die na 1 januari 2007 zijn gesticht, onderzocht Mulder hoe hun start was, of ze de beoogde doelgroep bereiken, of de nieuwe gemeenschap een plaats krijgt in een kerkgenootschap en hoe de nieuwe gemeenten gebruikmaken van internet. Mulder kreeg 45 enquêtes terug van nieuwe gemeenschappen binnen de Rooms-Katholieke Kerk (1), de Protestantse Kerk in Nederland (17), kleine gereformeerde kerkverbanden (4) en evangelische of pinksterkerken (18) en enkele andere kerken. Hij had ruim 100 gemeenschappen aangeschreven.
Veel nieuwe geloofsgemeenschappen starten met medewerking van andere kerken of kerkgenootschappen. De meeste nieuwe gemeenten tellen minder dan vijftig bezoekers.
Ruim de helft van de nieuwe vormen van kerk-zijn ontstaan uit de wens om nieuwe doelgroepen te bereiken. Vaak zoekt de gemeente die in de wijk waar ze samenkomt. Andere doelgroepen voor nieuwe gemeenschappen zijn niet-christenen of jonge mensen. Het bereiken van de doelgroep wordt vaak belangrijker gevonden dan kerkgroei.
Het bereiken van mensen zonder een kerkelijke achtergrond blijkt een moeilijke opgave, vindt Mulder. 2 procent van de gemeenschappen bestaat uit meer dan driekwart bezoekers zonder kerkelijke achtergrond. Bij 64 procent van de gemeenschappen is het aantal bezoekers zonder kerkelijke achtergrond minder dan een kwart. Overigens richt niet elke nieuwe gemeente zich expliciet op het vinden van onkerkelijken.
Om in contact te komen met de doelgroep, kiezen nieuwe gemeenschappen voor een breed palet aan media. Het opzetten of ondersteunen van activiteiten voor de doelgroep is het belangrijkst. Vervolgens hechten de geënquêteerden waarde aan persoonlijk contact, contact door de diensten of vieringen en contact door internet en sociale media.