Ds. J. H. van Daalen: „Ik kijk graag over kerkmuren heen”
NIJKERK – „Ik prijs mijn opvolger gelukkig. In Nijkerk laat ik een fijn stel kerels achter in de kerkenraad.” Het zijn de woorden van de hervormde ds. J. H. van Daalen. Zondag nam hij wegens emeritaat afscheid van de hervormde gemeente in Nijkerk.
Hij had nooit gedacht dat hij zo lang in Nijkerk zou staan. Veertien jaar. „En met ontzettend veel vreugde. We hebben in de gemeente heel moeilijke tijden meegemaakt. Er vonden twee scheuringen plaats. Er waren momenten dat ik riep: „God, waar bent U?!” Maar toch laat ik een groeiende en bloeiende gemeente achter.” Ontroerd schudt de kersverse emeritus het hoofd. „Het klinkt misschien als een cliché, maar het was echt stukwerk.”
In 2003 moest ds. Van Daalen zijn werk meer dan een halfjaar neerleggen. „Mijn energie was op.”
Wat heeft u van deze periode geleerd?
Lachend: „Ik weet precies hoe het moet en ik kan duidelijk aanwijzen waar de valkuilen liggen, ook bij anderen. Maar: medicijnmeester, genees uzelf. De praktijk is altijd weerbarstiger.” Serieus: „Toen ik hier kwam, merkte ik algauw dat de Nijkerkse beroerten nog niet voorbij waren. Althans, beroerten in de betekenis die we er nu aan geven. Geen opwekking, maar veel spanningen en twist. Gelukkig zijn de verhoudingen na de vorming van een buitengewone wijkgemeente en de scheuring van 2004 nu genormaliseerd in de stad.”
Op dit moment heeft de emeritus een goede gezondheid. Hij genas van een darmkwaal en ook de vorm van diabetes die hij opliep, heeft hij onder controle. Zijn preekrooster is tot eind 2014 dan ook helemaal gevuld. „Ik blijf preken, maar wil verder rust nemen. Voor je het weet, staat je agenda vol. Wel ga ik nog een cursus toerusting en vorming geven aan ambtsdragers hier in Nijkerk. En ik ben deze week voor de dertiende keer opa geworden, dat is ook iets om van te genieten.”
Zijn zeven kinderen –zes zoons en een dochter– wonen allemaal in de buurt. Twee zoons zijn in Nijkerk een zaak voor woninginrichting gestart. „Ze zeiden pas tegen me: „Pa, kom je ons nu helpen?””
Heeft u, terugkijkend op 33 jaar predikantschap, spijt van bepaalde keuzes?
„Ik zou beter gelet willen hebben op mijn gezin. Verder bid ik dagelijks of mijn ambtelijke zonden vergeven mogen worden. Ik zeg wel eens: Ik wou dat ik dokter was. Dan kon ik een recept voorschrijven, waarna een patiënt meestal opknapt. Zo werkt het in het ambt niet. Je ziet vaak zo weinig resultaat. Toch ben ik zondag mijn toespraak begonnen met de woorden „Soli Deo gloria”, Hem komt boven alles de eer toe. Het is vanwege Hem ook een heerlijk werk.”
Dat werk begon in Polsbroek, in 1979. „Die plaats is mijn eerste liefde.” Geboren in Veenendaal moest ds. Van Daalen wennen aan de mentaliteit in zijn tweede gemeente, het Zuid-Hollandse Oud-Alblas. „De mensen zijn daar veel directer dan hier op de Veluwe. Daar wist je bij wijze van spreken binnen een minuut of iemand bekeerd was, in mijn derde gemeente Ede was dat na een uur vaak nog niet duidelijk. Als die openheid er dan toch was, had dat wel een diepere lading. Voor een socioloog zijn die verschillen interessant om te onderzoeken.”
In de periode dat hij in Ede en in Nijkerk stond, was ds. Van Daalen ook tweede voorzitter van de SGP.
Hoe kijkt u naar de discussie over het vrouwenstandpunt van de SGP?
„Ik ben destijds afgehaakt vanwege het vrouwenstandpunt. Het ging in het hoofdbestuur nergens anders meer over, terwijl andere ethische kwesties die wat mij betreft meer van belang waren, zoals abortus en euthanasie, bleven liggen. Dat vond ik zonde, in de letterlijke zin: het doel missen. Het was beter geweest als het standpunt dat deze week is ingenomen, veertien jaar geleden al gekozen was. Overigens heb ik in goede verstandhouding het hoofdbestuur destijds verlaten, en ik draag de SGP een warm hart toe, laat dat duidelijk zijn.”
Het liefst kijkt de predikant over kerkmuren heen, stelt hij. Vandaar dat de viering van het heilig avondmaal hem zo veel deed, toen hij eens met gemeenteleden in Roemenië –in Cluj– was voor de opening van een nieuwe kerk, die met Nederlandse hulp was opgebouwd. „Het is meer dan tien jaar geleden, maar ik herinner me dit nog zo goed. We waren met predikanten uit allerlei landen samen, we kwamen uit verschillende kerken, en toch was er zo’n sterke verbondenheid. Die ervaring zal me altijd bijblijven.”
Lees ook
“Over Nijkerk moeten ze niks lelijks zeggen” - Interview bij 25-jarig ambtsjubileum.