Het Algerijnse persbureau APS meldde donderdagmiddag dat de strijdkrachten in het Noord-Afrikaanse land tientallen buitenlandse gijzelaars en circa 600 Algerijnen uit de handen van de extremistische moslims hebben bevrijd. Ooggetuigen zeiden dat er veel doden zijn gevallen, toen Algerijnse gevechtshelikopters voertuigen aanvielen waarmee gijzelnemers zich met een aantal gijzelaars verplaatsten.

Een van de terroristen zei tegen het Mauritaanse persbureau ANI dat er 34 gijzelaars en 15 man uit eigen gelederen bij de aanval waren gedood. De gijzelnemers stelden dat ze na de aanvallen van donderdag nog steeds buitenlanders in hun macht hebben: drie Belgen, twee Amerikanen, een Brit en een Japanner.

De autoriteiten in Algiers hebben nog niet bevestigd dat het leger een bevrijdingsactie heeft ondernomen.

De gijzelingsactie is een protest tegen het Franse militaire optreden in Mali, dat ten zuiden van Algerije ligt. De gijzelhouders eisen dat het West-Europese land zich uit Mali terugtrekt en dat Algerije zijn luchtruim niet langer openstelt voor Franse vliegtuigen die naar Mali vliegen.

Het is echter niet precies bekend uit welke groep de extremisten komen die het complex 1150 kilometer ten zuidoosten van de hoofdstad Algiers woensdag innamen. Vermoedelijk behoren zij tot de terroristen die zich sinds 2007 al-Qaeda in de Islamitische Maghreb (AQIM) noemen. De daders noemden zich donderdag tegenover ANI Ondertekenaars met Bloed. Bij de bestorming woensdag door de terroristen vielen meerdere doden, onder wie een buitenlander.

Het Britse olie- en gasbedrijf BP heeft een belang van 46 procent in de onderneming die In Amenas beheert. De andere deelnemers in de joint venture zijn het Noorse Statoil en het Algerijnse staatsbedrijf Sonatrach.