Voor prinses Margriet staat de plicht voorop
DEN HAAG (ANP) – Bij de geboorte van prinses Margriet, zaterdag precies 70 jaar geleden, ging op de toren van het Canadese parlementsgebouw in Ottawa de vlag uit. Een bijzondere gebeurtenis die voor en na die 19e januari 1943 nooit meer is herhaald. In een plechtigheid op ‘Parliaments Hill’ wordt daar vrijdag ter gelegenheid van de 70e verjaardag van Margriet kort bij stilgestaan.
Canada wilde destijds zijn blijdschap delen met prinses Juliana, die sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog met haar kinderen Beatrix en Irene in ballingschap in Ottawa woonde. Voor de geboorte was de kamer in het ziekenhuis tot Nederlands grondgebied verklaard, zodat de baby op ‘eigen’ bodem ter wereld zou komen.
Prinses Margriet kreeg de naam van de bloem die voor haar in Londen achtergebleven grootmoeder koningin Wilhelmina teken was van verbondenheid met de oorlogsgetroffenen en van geloof in herstel van de vrijheid.
Margriet is die bijzondere link met de oorlogsjaren nooit vergeten. Bij bezoeken aan haar geboorteland slaat ze de oorlogsveteranen niet over. Vorig jaar november kreeg Margriet in Hamilton een eredoctoraat. Niet alleen voor haar levenslange humanitaire werk voor met name het Rode Kruis, maar ook voor haar inzet voor de Nederlands-Canadese betrekkingen. „Een geweldige eer, terwijl ik niets anders heb gedaan dan mijn passie volgen”, aldus Margriet.
Als derde dochter van Juliana en Bernhard verwachtte ze een eigen leven te kunnen leiden, ver van de troon. Dat veranderde toen oudere zus Irene in 1964 geen parlementaire toestemming vroeg voor haar huwelijk met prins Carlos Hugo van Bourbon-Parma. Opeens schoof Margriet in de lijn van troonopvolging op naar de tweede plaats achter prinses Beatrix. Dat had consequenties. Zonder toestemming was ze zelf anders nooit getrouwd met de Leidse rechtenstudent Pieter van Vollenhoven, verklaarde ze bij haar zilveren huwelijksfeest. Plicht ging voor liefde.
Oudste zus Beatrix herkende en erkende die instelling toen ze bij haar inhuldiging een beroep deed op Margriet en Pieter bij de uitvoering van de koninklijke taken. Het verzoek was niet vergeefs. Margriet, die voor haar werk geen toelage krijgt, staat Beatrix tot op de dag van vandaag bij. „Zo zijn we nu eenmaal opgevoed”, verklaarde ze zelf die taakopvatting.