Robots onder water helpen walvissen
BRUSSEL (IPS) — De laatste noordkapers, een ernstig bedreigde walvissensoort, krijgen bescherming van robots. Die lokaliseren de dieren om vaartuigen in de buurt te waarschuwen.
Er zijn nog amper vijfhonderd noordkapers in het wild, en een derde van de bekende overlijdens is het gevolg van botsingen met boten. Het Woods Hole Oceanographic Institute (WHOI) wil daar iets aan doen met hoogtechnologische robots onder water.
De robots patrouilleren in de zee en registreren de roep van de walvissen. Elke twee uur komen ze naar de oppervlakte om informatie door te sturen naar de thuisbasis. De wetenschappers daar analyseren de gegevens en kunnen stappen zetten om de walvissen in de regio te beschermen, bijvoorbeeld door schepen tot voorzichtigheid te manen.
„Toen we de twee robots uitzetten in het water, detecteerden ze al binnen enkele uren walvissen”, zegt hoofdonderzoeker Mark Baumgartner. „Ze deden hun werk perfect.” Baumgarter vertelt hoe de robots onlangs negen noordkapers buiten de kust van New Hampshire detecteerden. De wetenschappers brachten het Amerikaanse oceaanagentschap NOAA op de hoogte, dat op zijn beurt de regio uitriep tot ”dynamic management area” en vaartuigen in de buurt opriep om vaart te minderen.
De robots zijn momenteel uitgerust om naast noordkapers ook vinvissen en bultruggen te detecteren. De onderzoekers hopen daar binnenkort nog meer soorten aan toe te voegen. Daarnaast verzamelen verschillende sensoren ook gegevens over de watertemperatuur, het zoutgehalte en de algenconcentratie. Die gegevens helpen de onderzoekers om de hoeveelheid plankton in de buurt te schatten. Zo kunnen ze niet alleen vaststellen dat er walvissen zijn, maar ook waarom ze op die plaats zijn.