Kamer: Nog te vroeg voor ingrijpen in thuiszorg
DEN HAAG – Staatssecretaris Van Rijn (VWS) hoeft van de Tweede Kamer nog geen maatregelen te nemen tegen gemeenten die proberen met slimme constructies de thuiszorg zo goedkoop mogelijk aan te besteden.
Dat bleek woensdag tijdens een Kamerdebat dat de SP had aangevraagd over de kwestie.
Diverse gemeenten hebben hun tarieven voor de thuiszorg zo verlaagd dat sommige thuiszorginstellingen hun personeel moeten inschalen in een lagere cao om nog uit de kosten te komen. Ook zijn er signalen van thuiszorginstellingen die een eigen uitzendbureau beginnen om een deel van hun thuishulpen die voorheen in vaste dienst waren te laten werken onder een uitzendcao.
In het nieuwe eisenpakket dat de gemeente Rotterdam stelt aan thuiszorgorganisaties die willen meedoen met een volgende aanbestedingsronde staat dat 10 procent van het huishoudelijke werk moet worden vervuld door langdurig werklozen.
De inzet van ongeschoolde krachten in de thuiszorg houdt de Kamer verdeeld, al maakt een meerderheid er geen groot punt van. Behalve de SP protesteerden alleen de PVV en GroenLinks tegen deze ontwikkeling.
Van Rijn wees er op dat de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) gemeenten veel vrijheid geeft om huishoudelijke hulp naar eigen inzicht te organiseren. Een onderzoek van vorig jaar, waarin in opdracht van het ministerie werd gekeken naar aanbestedingen tot en met 2011, geeft geen reden tot zorg, aldus Van Rijn. „Daaruit blijkt dat gemeenten over het algemeen goed bezig zijn.” Van Rijn kondigde wel aan de huidige Wmo-verordeningen van gemeenten in het derde kwartaal nog eens onder de loep te nemen.
VVD-Kamerlid Van ’Wout zei in het debat blij te zijn „met alle creativiteit zoals we die bijvoorbeeld zien in Rotterdam.”