Houd rust om een burn-out te voorkomen
Burn-outklachten lijken een epidemische omvang te krijgen, als we de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) mogen geloven. Volgens recent onderzoek van het CBS had 13 procent van de werknemers in 2011 burn-outklachten. Je kunt als werknemer echter wel wat doen om een burn-out te voorkomen.
Volgens Van Dale is een burn-out een „toestand van geestelijke uitputting ten gevolge van langdurige stress.”
Als je mensen spreekt die een burn-out hebben, hoor je dat ze letterlijk ziek zijn van het werk, en dat het van de ene op de andere dag niet meer ging. Een burn-out overkomt je, en meestal heb je die niet voelen aankomen. Als je alleen al aan het werk denkt, breekt het zweet je uit. Slaapproblemen, gebrek aan concentratie, hartkloppingen, snel geëmotioneerd raken en piekeren – het zijn allemaal symptomen die bij een burn-out horen. Zoiets kan maanden duren. Vaak is de burn-out het gevolg van een lange periode van overbelasting, in combinatie met frustraties en stress. Ook het karakter van de opgebrande persoon is van invloed. Een perfectionistische instelling en een sterke arbeidsmoraal vergroten de kans op een burn-out.
Ook veranderingen in de samenleving veroorzaken een stijging van het aantal burn-outgevallen. We leven in een kenniseconomie met een hoge werkdruk en vele types van sociale interactie. Het altijd maar bereikbaar zijn door flexibeler werken en de komst van smartphones en tablets leiden tot ‘technostress’.
Privéleven
Ook in het privéleven is de druk groter geworden. De klassieke rolpatronen binnen gezinnen zijn veranderd: beide ouders zijn vaak naast hun baan druk met zorg voor de kinderen en huishoudelijke taken. Opvallend is dat werknemers met een gezin minder snel last hebben van een burn-out dan werknemers zonder gezin.
Een werknemer kan echter een burn-out voorkomen. Enkele adviezen.
In de eerste plaats is het zaak om fysieke en psychische klachten serieus te nemen. Negeer ze niet. Bedenk ook of de stress samenhangt met je persoonlijkheid. Leer af om iets te moeten van jezelf. Onderzoek of jijzelf de lat hoger legt dan van je wordt gevraagd. Beperk je tot je eigen verantwoordelijkheden en ga niet met de werklast van de hele wereld door het leven.
Ga na of je stress te maken heeft met je werk of met je privéleven. Als je privéleven stabiel is, kun je wel wat stress op je werk verdragen. Andersom geldt dat ook. Maar ervaar je op beide fronten stress, dan vergroot dat het risico op overmatige stress, en in het ergste geval op een burn-out.
Geef het tijdig aan als de druk te hoog wordt. Zoek naar ontspanningsmomenten. Investeer ook in niet-digitale vriendschappen en probeer niet verslaafd te raken aan sociale media: die wereld draait zonder jou ook wel door.
Heel belangrijk is ook om gezond te leven. Zorg voor voldoende beweging, goed eten, rust nemen en inademen van buitenlucht. De Prediker zegt niet voor niets dat een handvol met rust beter is dan beide de vuisten vol met arbeid en kwelling des geestes.
Werkgevers
Ook werkgevers kunnen helpen om stress bij hun werknemers te voorkomen. Belangrijk is om klachten over werkdruk serieus te nemen. Bagatelliseer deze niet, maar zoek samen met de werknemer naar oplossingen. Bied als management de werknemer voldoende steun om de stress fysiek en mentaal aan te blijven kunnen. Zorg ook voor een goede coach om een werknemer te begeleiden als dat nodig is. En zie erop toe dat de werknemer de vakantie en vrije dagen die hem of haar toekomen ook daadwerkelijk opneemt.
De auteur is hoofdredacteur en netwerkcoördinator bij christennetwerk|gmv.