Ouders storen zich aan vloeken in kinderboek
In niet-christelijke kinderboeken komen veel vloeken en scheldwoorden voor. Het gemiddelde boek bevat bijna zes vloeken, bastaardvloeken, scheldwoorden, verwensingen of schuttingwoorden. Ruim driekwart van de ouders stoort zich „heel erg” aan vloeken en grove taal in kinderboeken.
Dat blijkt uit onderzoek van de Bond tegen het vloeken en De Kinderboekenwijzer naar 76 kinderboeken van twintig uitgeverijen.
Het taalgebruik in boeken van niet-christelijke uitgevers laat het meeste te wensen over. Op slechts 31 procent valt niets aan te merken. Positieve uitzonderingen zijn Kluitman en Querido. Bij boeken van christelijke uitgevers ligt dit percentage op ruim 90, met gemiddeld 0,19 grove taaluiting per boek. Bij de niet-christelijke uitgeverijen ligt het gemiddelde op 8,16 per boek.
Voorlichter Teunis Bunt van de Bond tegen het vloeken constateert dat de resultaten per boek sterk uiteen lopen. „Vorig jaar deden we al een beperkt onderzoek naar taalgebruik in boeken die bekroond zijn met een Gouden of Zilveren Griffel plus het Kinderboekenweekgeschenk. Dat leverde een gemengd beeld op. Gemiddeld viel het taalgebruik mee, maar juist in het boek dat de Gouden Griffel kreeg, wemelde het van vloeken en scheldwoorden. Nu is het onderzoek op grotere schaal verricht, maar het beeld komt overeen. Het heeft me wel verbaasd en verontrust dat in een kinderboek voluit de grofste vloek wordt gebezigd.”
Tot de kinderboeken die de Bond tegen het vloeken en De Kinder boekenwijzer hebben onderzocht behoren die van auteurs als J. K. Rowling, Carry Slee, Thea Beckman, Sjoerd Kuyper, Roald Dahl, Paul van Loon en Francine Oomen (dit jaar schrijfster van het Kinderboekenweekgeschenk). In ”Schijndood” van Simone van der Vlugt wordt het meest gevloekt (16 keer), terwijl Van Loon in ”De Griezelbus 5” de meeste schuttingwoorden bezigt (31). Wat het totaalaantal vloek en scheldwoorden betreft zijn achtereenvolgens Van Loon, Kuyper, Oomen, Van der Vlugt en Rowling de grootste zondaars.De onderzoekers ondervroegen ook 109 ouders van leerlingen van openbare, protestants christelijke, gereformeerde en reformatorische basisscholen over hun mening over grove taal in kinderboeken. Ruim driekwart stoort zich daar „heel erg” aan. Bij ouders met kinderen op openbare scholen ligt dat percentage beduidend lager (33).
Bijna 70 procent van de ouders let bij de aanschaf van kinderboeken „vaak wel” of „altijd” op het taalgebruik. Bijna 85 procent is het grotendeels of helemaal eens met de stelling dat veel gevloek en gescheld in kinderboeken een negatieve invloed op de lezertjes heeft. „Daar zouden de uitgevers wel eens wat meer rekening mee mogen houden”, vindt Teunis Bunt. „We hebben de resultaten van het onderzoek daarom naar hen toegestuurd, in de hoop dat het als een spiegel werkt. Uitgevers hebben er immers ook een commercieel belang bij dat ze weten wat ouders van het taalgebruik in hun boeken vinden.” Overigens denkt tweederde van de ondervraagde ouders dat vloeken en grof taalgebruik niet of nauwelijks voorkomen in kinderboeken. Bij gereformeerde en reformatorische ouders ligt dat percentage fors lager, rond de 5. Slechts 3,7 procent van de ouders heeft de indruk dat vloeken en grove woorden vaak voorkomen in kinderboeken.
Bijna alle ouders zijn (redelijk) goed op de hoogte van het taalgebruik in de boeken die hun kinderen lezen. Slechts een kleine minderheid (6,4 procent) zegt hier niets van te weten. Iets minder dan de helft van de ouders (42,2 procent) verbiedt een kind een boek met grof taalgebruik (uit) te lezen. Ruim de helft praat met het kind over het taalgebruik, maar laat het zelf beslissen of het boek verder leest. Een heel klein percentage (2,8) doet niets.
De resultaten van het onderzoek zijn niet uitgesplitst in leeftijdscategorieën, maar Bunt heeft wel de indruk dat het taalgebruik in boeken voor de kleinsten meevalt.