Ds. Jac. van Dijk onderbrak dagtaak voor lezen over ds. Doornenbal
Woensdag was het honderd jaar geleden dat de bekende ds. Jac. van Dijk werd geboren. Hij overleed op 14 april 1984 en vond op de dodenakker ”Heiderust” te Velp zijn laatste aardse rustplaats. Hij had bij leven beschikt dat zijn begrafenis in stilte zou plaatshebben. Dr. C. A. Tukker leidde in de aula van het Velpse bejaardencentrum ”Beukenhof” de dienst en sprak naar aanleiding van Psalm 56:14. Feike Asma bespeelde het elektronische orgel, waarbij voortdurend een toon bleef hangen.
Ds. Van Dijk kon geweldig boeiend preken en schrijven. Van dat laatste getuigen ook zijn pennenvruchten in de Veluwse Kerkbode, met name uit de periode dat hij de gemeente van Nijkerk diende. Hier volgen enkele krenten uit de pap, waarbij geen rekening is gehouden met de chronologische volgorde:
In de kerkbode van 12 mei 1962 schrijft ds. Van Dijk over het orgelconcert dat Feike Asma zal geven in de Grote Kerk te Nijkerk: „Feike Asma speelde bij mijn proefpreek in Utrecht in 1939. Prof. dr. M. van Rhijn zei me de volgende dag: „Ik was bang dat je zou vergeten te gaan preken, zo genoot je van dat orgelspel van Feike Asma.” Bij ons huwelijk speelde Asma in de St. Maarten te Zaltbommel op 5 mei 1941. Mijn vrouw was meermalen soliste bij hem: in Den Haag, Eindhoven, Heerewaarden, Zaltbommel, ’s Gravenzande. Wij verheugen ons zeer op zijn komst in Nijkerk en hopen op veel belangstelling. Prof. dr. K. Schilder, die zelf voortreffelijk speelde, was meestal bij Asma op het orgel in de Bovenkerk te Kampen en bij de professor thuis was er dan een gezonde nabetrachting. Enkele jaren zat ik met mijn vrouw in een vermaarde kerk, waarin Asma (op een zeer kwalijk onderhouden orgel) zou concerteren. Enkele organisten in onze omgeving vroegen of de organist der kerk ook zou komen, waarop een het antwoord gaf: „Ja als ’t-ie Asma dood kon kijken.” Onze organist, de heer H. Bouwman, staat zijn plaats royaal af aan de virtuoos Asma. Jaloersheid is onze organist vreemd.”
In de kerkbode van 22 juli 1961 schreef hij: „Sinds enkele maanden weet ik dat invloedrijke mensen hun dagtaak onderbreken om te lezen „wat ds. Doornenbal nu weer heeft”, en ik moet zeggen: ik heb mij dat ook tot een gewoonte aangewend. Want ik wil geen enkele Veluwse dominee een trap geven (zoals een liefelijk collega vermoedt dat ik graag zou doen), maar niemand onzer heeft een gave om te beschrijven als de pastor van Oene. En dit kerkblad dankt (mijns inziens) zijn bestaan alleen aan zijn bijdragen. Want het interesseert niemand buiten Nijkerk dat er fl. 2,50 werd ontvangen voor de G.Z.B. en het 40-jarig bruilofts’feest’ van het echtpaar Jansen-Pietersen ergens op de Veluwe vermag niemand te ontroeren dan henzelf en het tiende deel van de familie.”
Op 1 april 1961 schreef hij aan het eind van de gemeenteberichten: „Nu lieve lezer, ik staak mijn geschrijf. O nee – eerst nog (voor ’t eerst) een meditatie maken voor de voorpagina. Niemand mag weten van wie die is. Stel je voor dat een Gereformeerde Bonder een Confessionele meditatie mooi vond, of een midden-orthodoxe een ‘doorgezakt’ Gereformeerd getuigenis! Ik kreeg ongevraagd een kwitantie groot enkele kwartjes, na betaling waarvan blijkt dat ik lid ben van de Gereformeerde Bond. Nu kan het lieve vaderland rustig zijn. Maar niet alzo JAC. VAN DIJK.