„Geloof helpt bij herstel van ziekte”
Geloven maakt gezond. Dat is de kernboodschap van prof. dr. Harold Koenig, hoogleraar aan de Duke Universiteit in Durham (VS). Hij sprak donderdag op uitnodiging van de Christelijke Hogeschool Ede in Amersfoort.
Mensen die ten minste een keer per week naar de kerk gaan hebben een goed sociaal netwerk en een meer verantwoorde levensstijl dan mensen die dat niet doen. Bovendien zijn ze optimistischer.
Als verklaring geeft Koenig aan dat geloof een positief zicht op de wereld geeft en het leven zin en een doel geeft. Gelovigen kunnen ook wat doen aan hun leefsituatie, namelijk bidden. Doordat ze contact met God hebben, krijgen ze het gevoel dat ze zelf ook een invloed op hun leven hebben. De Bijbel geeft hun bovendien de mogelijkheden zich te identificeren met bijbelse personen, zoals Job in tijden van leed en rouw.
Geloof leidt tot een betere geestelijke gezondheid, die op haar beurt weer een betere lichamelijke gezondheid tot gevolg heeft. Zo komen stress, depressie, kanker en hart- en vaatziekten minder vaak voor bij gelovigen, terwijl hun wonden sneller genezen, aldus Koenig.
Hij vergeleek 93 wetenschappelijke onderzoeken naar de effecten van geloof op depressie. Blijkens tweederde van de studies (60 van de 93) herstellen gelovigen sneller van hun depressie, uit de overige 33 onderzoeken blijkt dat verband niet.
Het positieve verband tussen geloof en gezondheid klopt niet altijd. Wanneer mensen als gevolg van hun ziekte gaan „twisten met God”, gaat dat ten koste van hun gezondheid. Soms is het geloof zo streng dat mensen er depressief van raken.
Koenig zet zich af tegen het woord spiritualiteit. Hij vindt dat begrip te breed. Iedereen is in zeker opzicht een spiritueel wezen, of kan een spirituele ervaring hebben bij het kijken naar een mooi schilderij, aldus de Amerikaanse hoogleraar. Bij religie gaat het om het geloof in God. Dat is volgens hem meer dan alleen het meten van de wekelijkse kerkgang.