Kerk & religie

Symposium aan VU over proefschrift dr. Boele

AMSTERDAM – „De kerk moet doen waartoe ze geroepen is, namelijk het Evangelie verkondigen. Als daar managementtools voor worden ingezet, is dat het domste wat er is. Laat al die managementhumbug toch buiten de kerk.”

Van een medewerker
15 January 2013 08:17Gewijzigd op 15 November 2020 01:19
Dr. Boele. Foto Els Jacobi
Dr. Boele. Foto Els Jacobi

Forse taal van dr. Kees Boele, maandag tijdens een symposium na zijn promotie aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam. Boele, sinds kort bestuursvoorzitter van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en daarvoor negen jaar van de Christelijke Hogeschool Ede (CHE), werd tijdens het symposium het vuur na aan de schenen gelegd.

De vraag was: „Waarom stoort u zich zo aan christelijk leiderschap? Volgens u bestaat dat niet of zou het niet moeten bestaan.” Boele, daartoe uitgedaagd, stelde dat wanneer de kerk het moeilijk krijgt, ze „dingen gaat doen waar ze niet toe geroepen is. De kerk gaat dan Jezus helpen in plaats van dat Hij ons helpt. Als de kerk een probleem heeft, heeft ze geen leider nodig maar moet ze tot zichzelf inkeren. Dat de kerk er is voor de gemeenschap met Christus en om de kudde te bewaren bij het geloof, wordt bezoedeld en aangevreten door managementactiviteiten.”

Dat de kerk aan communicatietraining moet doen, zoals Boele vaak hoort, noemde hij „waanzin.” „Daar is de kerk niet voor. De kerk is te veel van de wereld geworden. Natuurlijk moet de kerk leiding hebben, maar dan leiding die des kerks is: dienende leiding. Daarvoor zin geen beleidsplan, geen profielschets en geen competenties van de predikant nodig. Zo wordt de ambtsdrager tot een functionaris.”

Boele erkende daar als diaken wel aan te hebben meegeholpen. „De jaarrekening van de diaconie vertoonde geen tekort. Er was zelfs belegd in obligaties. Maar de collectezak is niet bedoeld voor obligaties, maar voor de armen.”

Anders dan Boele ziet dr. Robert Doornenbal, senior opleidingsdocent theologie en kerk aan de CHE, christelijk leiderschap wel degelijk als een nuttig hulpmiddel voor de kerk. „De kerk mag geen genoegen nemen met haar onzichtbaarheid, maar moet missionair leiderschap tonen.” Volgens hem kan ze daarbij gebruikmaken van methoden die ook in de seculiere wetenschap bestaan.

„Dus uiteindelijk toch weer een methode”, pareerde Boele. „Een methode maakt van een leider een macht. En juist in de christelijke hoek is dat gevaar zo groot. Ik heb nog nooit iemand met een dienend leiderschap gezien.”

Dat Boele de indruk wekt de seculiere wereld buiten de kerk te houden, noemde dr. René Erwich, lector geestelijk leiderschap aan de CHE, ontoereikend. „Hoe kun je de ambts­theologie isoleren? Ze komt toch niet uit de lucht vallen? De kerk kan best gebruikmaken van nuttige dingen uit de seculiere wetenschap.”

Boele: „Ik wil de ambtstheologie niet isoleren, maar de kerk moet kerk blijven en de school de school en de economie de economie. Ik kan me ergeren wanneer kerkleiders zich met de economie gaan bemoeien.”

Christelijk leiderschap is zowel binnen als buiten de kerk hard nodig, stelde dr. Joke van Saane, godsdienstpsychologe aan de VU. „De kerk snakt naar wat de wereld in huis heeft. Wat van buiten komt, kan de kerk helpen.”

„Op de universiteit leer je geen leiderschap”, zei drs. Ruth Peetom, voorzitter van het CDA, in de eerste bijzondere alumnilezing van de theologische faculteit van de VU, na afloop van het symposium. Leider zijn is volgens Peetom geen beroep en christelijk leiderschap is onmogelijk. Volgens Peetoom moet een leider ook macht hebben. „Niet macht als doel maar als middel.”

Dienend leiderschap klinkt de CDA-voorzitter wel sympathiek in de oren, „maar er is te weinig oog voor waar het mis kan gaan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer