Watersnoodmuseum trekt breder publiek
Kies een woonplaats. Er vlakbij breekt een dijk door. Hoe lang duurt het voordat het water je huis aanvalt, en hoe hoog komt het te staan? Hoeveel tijd is er om te vluchten? Bezoekers van het Watersnoodmuseum bij Ouwerkerk kunnen het binnenkort ervaren; levensecht.
De overstromingssimulator is een van de nieuwe elementen in het museum, dat gevestigd is in de vier caissons waarmee na de watersnood van 1953 het laatste dijkgat werd gedicht.
De eerste drie caissons gaan over de feiten, de emoties en de wederopbouw. In het vierde komt de toekomst in beeld. „De collectie rond waterbeheer in de toekomst bestond uit inzendingen van verschillende instanties, zonder veel samenhang. We hebben nu een bureau een nieuw concept laten bedenken. Op 1 februari wordt het caisson heropend”, zegt operationeel manager Lianne van den Beemt.
Sinds 1 juni vormt ze met algemeen directeur Siemco Louwerse de directie, die voor het eerst uit twee personen bestaat. Het tekent de ontwikkeling van het museum: „Vanaf 2001 functioneerde het museum als vrijwilligersorganisatie. Na de 50e herdenking in 2003 nam de belangstelling toe. In 2008 werd Jaap Schoof de eerste directeur.”
Vanaf 2001 kwamen er in acht jaar tijd 200.000 bezoekers, vanaf 2009 –toen het museum werd uitgebreid van één naar vier caissons– in vier jaar tijd 230.000. Daarmee zijn de wat afgelegen betonnen bakken het best bezochte museum van Zeeland.
Maak een eiland
De glazen overkapping tussen de caissons 3 en 4 biedt even een blik naar buiten, op het land waarin de sporen van de ramp van zestig jaar geleden zichtbaar zijn gebleven. In caisson 4 komen eerst kunstwerken over de watersnood in beeld. Het eerste halfjaar zijn ze van de Iraanse kunstenaar Navid Nuur.
Enkele bochten verder volgt ”De toekomst van de Zuidwestelijke Delta”, verdeeld in de thema’s veiligheid, leven en werken, en natuur. In het 60 bij 20 meter grote caisson is blauwe en paarse verlichting aangebracht. Er staan enkele grote beelden. Looppaden door het zand leiden naar touchscreentafels waarop foto’s en filmpjes zijn te zien.
Bezoekers kunnen zich inleven in het werk van een waterbouwer door een steenstortprogramma te bedienen. Een andere opdracht luidt: Maak je eigen eiland. Met een budget van 100.000 euro kunnen de bezoekers op hun eiland maatregelen nemen die goed zijn voor natuur, economie en veiligheid.
Driedimensionaal
Ook elders in het 3500 vierkante meter grote museum zijn er veranderingen. Het overzicht van vroegere overstromingen uit het ‘oude’ caisson 4 kreeg een plaats in de gang waarin bezoekers afdalen van caisson 1 naar 2.
In caisson 2 is het multimediaproject ”1835+1” aangepast. Bezoekers konden er hun hand op een plaat leggen en de naam van een slachtoffer uitspreken. Uit een luidspreker boven de ‘golven’ –lichteffecten waarin de namen van alle slachtoffers voorbijkomen– klonk dan informatie over die persoon. Door het vocht in de caissonwand bleek het uitspreken van de naam niet goed over te komen. Daarom kan voortaan op een scherm een naam worden ingetoetst.
Aan het eind van caisson 3 biedt de overstromingssimulator een keuze uit dertig plaatsen. Met een driedimensionale bril ervaren bezoekers de omstandigheden tijdens de watersnood als levensecht.
Nieuw is ook de deltaviewer, een computerprogramma dat de ontwikkeling in denken over de Deltawerken laat zien. Het streven naar veiligheid leidde tot het rigoureus afsluiten van de zeearmen. Later kwam er meer oog voor de nadelige effecten daarvan op de natuur: stilstaand water werd dood water, en flora en fauna veranderden drastisch.
Bredere doelgroep
Met de aanpassingen probeert het Watersnoodmuseum de doelgroep te verbreden. „Nog altijd zijn de meeste bezoekers mensen die iets met de ramp hebben: ze maakten die mee, of willen die aan kinderen of kleinkinderen laten zien. We trekken steeds meer gezinnen. Daarnaast komen er veel scholieren, omdat de watersnood is opgenomen in de canon van de vaderlandse geschiedenis.”
Het aantal ooggetuigen wordt langzaam kleiner, zegt Van den Beemt (43). „Mijn moeder maakte de ramp als jong meisje mee; zelf heb ik de verhalen alleen van horen zeggen. Om voor de toekomst relevant te blijven, ontwikkelen we ons tot kenniscentrum, niet alleen over de ramp van 1953 en eerdere watersnoden, maar ook over de toekomstige ontwikkeling van het waterbeheer. Daar zijn nieuwe exposities en lezingen op afgestemd. Rond de jaarwisseling kwam hier een hoogleraar van de Technische Universiteit in Delft, die enthousiast was over de leerprojecten die hij hier voor zijn studenten denkt te kunnen opzetten. Dat is een heel andere doelgroep dan mensen die in de rampnacht op het dak hebben gezeten of die wat spullen komen brengen die nog aan de ramp herinneren.”
Exposities
Tijdens het herdenkingsjaar toont het museum de wisselexpositie ”Harte-plicht”. Deze bestaat uit een drietal elementen. Zo is er een tentoonstelling over de rol van het Koninklijk Huis in de dagen na de watersnood. Van Paleis Het Loo in Apeldoorn krijgt het museum de Poolse wieg in bruikleen waarin ooit prinses Beatrix lag en die in februari 1953 door koningin Juliana aan het Nationaal Rampenfonds werd geschonken.
Schenkingen vanuit het rampgebied vormen een ander onderdeel. Eén voorbeeld: een kinderjurkje, gemaakt van een parachute waaraan hulpgoederen werden afgeworpen.
Het derde gedeelte belicht kinderboeken die sinds de ramp zijn uitgegeven. Daarover verschijnt op 30 januari een boek van Herman Vuijsje: ”De ramp getekend”.
Het museum werkt ook aan de inrichting van het buitengebied. Wandelpaden en een uitkijktoren zijn er al. Er worden speeltoestellen geplaatst, ook voor kinderen met een beperking. Een wandelroute met picknicktafels leidt langs de littekens die de ramp naliet. Littekens die blijven herinneren aan wat nauwelijks te bevatten is.
Tijdens een bezoek aan het museum krijgen RD-abonnees bij inlevering van de Erdeecoupon één gratis consumptie (koffie, thee of pakje drinken). Download de coupon van abonneevoordeel.erdee.nl
Na 60 jaar
In de opmaat naar de 60e herdenking van de ramp startte het Watersnoodmuseum in november het project ”1953, het verhaal”. Tweehonderd verhalen van overlevenden, nabestaanden en hulpverleners worden op video vastgelegd. De eerste dertig worden van eind januari tot eind februari uitgezonden door Omroep Zeeland.
Op zeeuwsebibliotheek.nl zijn 20.000 pagina’s aan documenten, kranten en tijdschriften over de ramp geplaatst.
Het Koninklijk Instituut van Ingenieurs KIVI Niria houdt op donderdagmiddagen in de periode tot en met 31 januari in het Watersnoodmuseum lezingen over klimaatverandering en waterveiligheid.
KIVI Niria organiseert op 31 januari in het Drijvend Paviljoen, Tillemakade 99 in Rotterdam het symposium ”Water governance & veiligheid”.
Op 2 februari wordt het Zeeuws Jaar van het Water feestelijk afgesloten met een publieksdag. In een tent bij het Watersnoodmuseum hebben de hele dag muzikale optredens plaats en laten kunstenaars hun werk en hun band met het water zien.
De herdenking betekent ook de afronding van Flood Aware, een project dat zich richt op communicatie over overstromingen. De provincie Zeeland werkt hierin samen met de Belgische provincie West-Vlaanderen en de Engelse regio Essex. Het project, gestart op 1 juni 2011, ontving 200.000 euro aan Europese subsidie. De overstromingssimulator in het Watersnoodmuseum komt hieruit voort.
Publicaties
Bij de Bond van Vrouwenverenigingen van de Gereformeerde Gemeenten verscheen een heruitgave van de samenspraak ”Opdat men vreze voor Zijn aangezicht”, door M. H. Karels-Meeuse samengesteld voor de herdenking in 2003.
Eind januari presenteert uitgeverij De Banier in Nieuwerkerk het kinderboek ”Op een strobaal” van A. Vogelaar-van Amersfoort.
Waterschap Zuiderzeeland presenteert op 31 januari een boek over zestig jaar Zeeuwen in de Noordoostpolder.
Deboektant publiceert ”Oude-Tonge, veranderingen in de 20e eeuw”, waarin Jan Both ruime aandacht aan de watersnood geeft.
Drs. A. Kuijvenhoven publiceert rond 20 januari bij Boekscout ”Een straat in een dorp onder water”, over de Ramp in Oude-Tonge, met een toespitsing op de zwaargetroffen Julianastraat.
In het Watersnoodmuseum wordt op 26 januari ”Noordzee 1953. Storm en Stormvloed buiten Nederland” gepresenteerd. Jasper Goedbloed –die de watersnood in Kruiningen meemaakte– beschrijft daarin de schade in onder meer Frankrijk, België, Denemarken en Engeland. Negen schepen vergingen in de rampnacht. Buiten Nederland kwamen er bij de watersnood zo’n 570 mensen om.
De socioloog Herman Vuijsje presenteert op 30 januari in het Watersnoodmuseum ”De ramp getekend”, een onderzoek naar ongeveer veertig kinderboeken over de watersnood en de daarin opgenomen illustraties.
Routes
Op Schouwen-Duiveland wordt op zaterdag 2 februari het Watersnoodpad geopend, een wandelroute langs plaatsen die aan de ramp herinneren. Bij de route verschijnt een boekje van Theo Klanke uit Vlissingen.
Het Reformatorisch Dagblad organiseert voor zijn abonnees op 12 maart een herdenkingsrit met een touringcar door het Land van Strijen onder leiding van een deskundige gids. ’s Middags wordt het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk bezocht. De dag duurt van 9.15 tot 17.00 uur. Er is één centrale opstapplaats. Zie voor meer informatie de advertentie in de watersnoodbijlage die deze krant op 31 januari uitbrengt.
Herdenking
Donderdagavond 31 januari geeft het Middelburgs Kamerkoor tussen 20.00 en 22.00 uur in het Watersnoodmuseum een herdenkingsconcert. Gratis toegankelijk, met collecte voor het museum.
Vrijdag 1 februari heeft van 9.30 tot 11.20 uur de officiële herdenking met kranslegging plaats bij het monument naast het Watersnoodmuseum. De commissarissen der Koningin van Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant openen ’s middags in caisson 4 de nieuwe expositie over de toekomst van de Zuidwestelijke Delta.
Voor Goeree-Overflakkee is er om 15.35 uur een eilandelijke bijeenkomst in de hervormde kerk van Oude-Tonge. Om 15.00 uur leggen de Zuid-Hollandse commissaris der Koningin, J. Franssen, en het gemeentebestuur kransen op de begraafplaats.
Er zijn tal van plaatselijke herdenkingen. Tijdens de –vierde– herdenking in Kruiningen op 1 februari worden plaquettes met de namen van de slachtoffers uit het dorp aangebracht op de sokkel van het herdenkingsbeeld van Jan Wolkers in de tuin van de Johanneskerk.
Naast het Oude Raadhuis in Halsteren wordt op 1 februari een nieuw Watersnoodmonument onthuld. Het is een exacte kopie van het kunstwerk dat daar in 2009 werd gestolen. Om te voorkomen dat het bronzen monument opnieuw wordt meegenomen, neemt de gemeente maatregelen. Eén daarvan is dat de sokkel beter in het zicht komt te staan.
Om geld te werven voor de herdenking op 1 februari in Raamsdonksveer is er een actie georganiseerd waarbij mensen een waterstandpaal kunnen adopteren.
De Herdenkingscantate van Arie J. Keijzer wordt op 1 februari uitgevoerd tijdens een bijeenkomst in de hervormde kerk van Stellendam. Die is georganiseerd door de drie plaatselijke kerken in samenwerking met de burgerlijke gemeente Goedereede. Er is een oproep uitgegaan om zangers te werven voor het projectkoor.
Het Walchers Mannenkoor houdt op 1 februari in de Sint-Jacobskerk in Vlissingen het herdenkingsconcert Zee-Land ’53. C. van den Bovenkamp vertelt er korte verhalen over de watersnood. Deze avond wordt live uitgezonden door de Reformatorische Omroep.
Mannenkoor Ethan uit Yerseke zingt elk jaar tijdens een watersnoodherdenking. Dit jaar gebeurt dat op 2 februari in de hervormde kerk van Yerseke, samen met jeugdkoor David.