De Franse interventie in Mali was uiteindelijk onvermijdelijk, maar kwam voor velen toch onverwacht vroeg. Er stond een door de VN gesteunde missie in de steigers, die echter pas op zijn vroegst in de herfst actief zou worden. Erg veel enthousiasme was er binnen de Verenigde Naties overigens niet voor een nieuwe interventie in Afrika. Ook de Verenigde Staten stonden bepaald niet te trappelen.

De Franse president François Hollande maakte zondag echter duidelijk dat nietsdoen van Mali een jihadistische staat zou maken, die vergelijkbaar is met Afghanistan onder de taliban. Die zorg wordt in de wereld breed gedeeld, maar tegelijkertijd leeft er de angst voor een interventie zonder einde in de onherbergzame woestijn van Noord-Mali. De gerenommeerde denktank International Crisis Group noemde het risico van nietsdoen eind vorig jaar echter „zeker zo groot.”

In defensiekringen in Frankrijk werd daarom al maandenlang gewerkt aan een manier om een macht vanuit de Afrikaanse Unie te ondersteunen. De Malinese president Diondounda Traoré vroeg in september vorig jaar om een interventie in het noorden van Mali vanuit het samenwerkingsverband van West-Afrikaanse landen Ecowas. Nadat donderdag de stad Konna in islamitische handen viel, wendde Traoré zich met een dringende oproep tot Parijs om militaire interventie.

Niet alleen in Mali en Frankrijk, maar ook bij de terughoudende Verenigde Naties in New York gingen donderdag de alarmbellen rinkelen. De VN-Veiligheidsraad kwam in spoedzitting bijeen en riep op tot snelle samenstelling van een internationale troepenmacht in Mali. Frankrijk kan deze oproep uitleggen als een vrijbrief om tussenbeide te komen. Hollande onderstreepte zaterdag nog eens dat de Franse troepen hun acties strikt zullen beperken tot het ondersteunen van de West-Afrikaanse troepenmacht in het land.

De Franse minister van Buitenlandse Zaken, Laurent Fabius, liet gisteren tamelijk optimistisch weten dat de Franse actie tegen de islamisten „een kwestie van weken” is. Het persbureau AFP meldde dat een anonieme regeringsfunctionaris zich zondag echter al liet ontvallen dat de Franse troepen verrast zijn door de kwaliteit van de tegenstand van islamistische zijde.

Uiteraard is de strijd nog niet gestreden met het verslaan van de islamistische groepen in het noorden van Mali. Daarna zal de regering van het land eraan moeten werken het land werkelijk tot een eenheid te smeden. De extremisten zullen alleen tevreden zijn met een islamistische staat, maar de meeste Noord-Malinezen willen vooral meer zelfstandigheid. Uiteindelijk gaat het vooral om gelijkberechting.