Van der Staaij: dankbaar voor godsdienstvrijheid
KRABBENDIJKE – Er is reden tot dankbaarheid en verootmoediging tegenover de Heere vanwege de godsdienstvrijheid die er is in Nederland. Dit stelde SGP-leider Van der Staaij zaterdag in Krabbendijke.
De politicus sprak tijdens een avond van de JARZ (Jongerenavonden Regio Zeeland), uitgaande van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Zaterdag was het thema ”Godsdienstvrijheid bedreigd, ook in Nederland?”
Van der Staaij zette de situatie in Nederland in internationaal perspectief. Hij vertelde de ongeveer 170 jongeren van een ontmoeting met een Nigeriaanse predikant die de Tweede Kamer bezocht. „Hij vroeg: „Hoe staat het met de godsdienstvrijheid in Nederland?” We hadden best wat te melden, bijvoorbeeld over de Algemene wet gelijke behandeling, en dat bezwaren tegen echtparen van gelijk geslacht als discriminatie wordt gezien. Maar we hadden net zijn verhaal gehoord, over predikanten die in Nigeria vermoord worden door moslims. Tegen die achtergrond was ik toch maar een beetje bescheiden in mijn antwoord.”
Van der Staaij stelde dat er reden tot dankbaarheid is voor de godsdienstvrijheid in Nederland en voor verootmoediging tegenover de Heere. Hij riep de jongeren ertoe op zich te verdiepen in de situatie van christenen in andere landen, waarover door verschillende organisaties –hij noemde onder andere Open Doors en Friedensstimme– informatie wordt verstrekt. „Léés eens die verhalen, ook die van mensen in Nigeria, in Iran.”
Politici, vervolgde Van der Staaij, kunnen soms concreet iets betekenen voor vervolgde christenen. Hij vertelde hoe hij bij een bezoek aan Afghanistan „met een clubje Kamerleden” een ontmoeting had met de Afghaanse president Karzai. Elk Kamerlid kreeg de gelegenheid één vraag te stellen. Van der Staaij vroeg toen naar de mogelijkheid voor moslims om christen te worden in Afghanistan. „Karzai gaf aan: Dat is inderdaad een heel lastig onderwerp. En dat zal niet zo gauw veranderen.”
Van der Staaij noemde verschillende dingen die de jongeren zelf kunnen doen om vervolgde christenen te steunen. Als eerste noemde hij het gebed. „Op zondag wordt in de kerk voorbede gedaan voor vervolgde christenen. Christenen die gevangenzaten, en het echt moeilijk hadden, zeiden tegen mij: „Juist op zondag merkten we dat er gebed voor ons was.” Denk daarom niet: Het haalt niets uit om te bidden voor vervolgde christenen.” Ook wees hij op het belang van het tonen van meeleven door het sturen van kaarten.
Van der Staaij gaf verder aan dat christenen in Nederland het een en ander van vervolgde christenen kunnen leren. In dit verband wees hij op het eeuwigheidsperspectief waarin zij hun leven zien. Ook noemde hij de liefde voor hun vijanden die zij in praktijk brengen. „Indrukwekkend als mensen in staat zijn degenen lief te hebben die hen vervolgen.” Verder wees hij op de standvastigheid die vervolgde christenen tonen. „Vervolgde christenen zijn gewone mensen. Maar zij ervaren dat God het is die genade geeft om staande te blijven.”
Om duidelijk te maken hoe in Nederland christenen steeds minder begrepen worden, vertelde de SGP-politicus wat een gewone Nederlandse jongeman van een jaar of twintig hem zei: „Je mag allerlei opvattingen hebben. Maar mensen die echt godsdienstig zijn, vind ik eigenlijk een beetje eng. Want die begrijp ik niet.” Van der Staaij: „Je kunt daarom problemen krijgen op het werk, bijvoorbeeld omdat je vloeken niet normaal vindt. Dan pas je toch niet in het team. Of je wilt als verpleegkundige met bepaalde handelingen niet meedoen. Dit is geen godsdienstvervolging. Maar het betekent wel dat je het moeilijker krijgt als christen.”
Tijdens de discussie kwam de vraag aan de orde of er in de Tweede Kamer nog begrip is voor de SGP, en hoe de verhouding met iemand als D66-voorman Pechtold buiten de Tweede Kamer is. Hierop antwoordde Van der Staaij: „Bij heel veel onderwerpen merk je dat de kloof groter wordt. Op persoonlijk vlak ontmoet je meer begrip, maar in de politieke vertaling zie je dat niet terug.”
In antwoord op de vraag wat christenen kunnen doen om meer begrip voor hen te krijgen in hun omgeving, zei de SGP-voorman: „Collega-Kamerleden zeggen soms bij een kopje koffie: „Jullie vallen toch eigenlijk wel mee. Jullie lachen weleens.” Dan denk je: Natuurlijk lachen wij weleens. Maar het laat ook zien hoe belangrijk het is dat mensen voorbeelden van christenen kennen in hun omgeving, om verkeerde beeldvorming te corrigeren.”