Dat zei bestuurder Roel Berghuis van FNV Spoor maandag na een bericht hierover in de Volkskrant. Bij deze bond hebben de vijf zeer ervaren machinisten zich gemeld.

Zo noemen de machinisten de plannen van de spoordirecties om de snelheden bij stations op te voeren „levensgevaarlijk”. De aanpassing gebeurt om de capaciteit op het spoor te verhogen, maar volgens de machinisten neemt bij een ongeval daardoor de kans op noodlottige gevolgen toe.

Na de treinbotsing in Amsterdam in april vorig jaar stelde de Onderzoeksraad voor Veiligheid onder meer de risicovolle dienstregeling op de dag van het ongeval aan de kaak. NS en spoorbeheerder ProRail kregen ervan langs. Maar volgens de machinisten verandert er in de kern niks.

De klagers hekelen ook het toezicht van de inspectie dat zij een „papieren werkelijkheid” noemen. „Als we altijd volgens de planning zouden rijden, zou er nooit een ongeluk gebeuren”, zegt een van hen in de krant. „Het gevaar ontstaat zodra een paar treinen vertraagd zijn. Dan worden alle trucs uit de kast gehaald om de dienstregeling weer in het gareel te krijgen.”

ProRail en NS begrijpen de zorgen en zijn hierover ook met het personeel in gesprek, stellen ze in een reactie. Na het ongeluk in Amsterdam is een pakket met maatregelen in het leven geroepen om de kans op herhaling te voorkomen. Zo wordt anders gepland (meer tijd tussen treinen), komen er nieuwe waarschuwingssystemen voor machinisten en treindienstleiders en wordt het veiligheidssysteem ATB-vv volledig uitgerold. Dit vooruitlopend op het nieuwe beveiligingssysteem ERTMS, dat vanaf 2016 wordt ingevoerd.

Van verhoging van snelheden rond stations is alleen sprake van als er op termijn in strakke corridors (zonder veel wissels) kan worden gereden. Hierdoor wordt het spoor nog veiliger, benadrukken NS en ProRail.