Krimp overheid enige recept langdurig herstel economie
De enige weg naar langdurig herstel van de economie is een forse krimp van de collectieve sector, betogen Roel Beetsma en Raymond Gradus.
Sinds de laatste zeer diepe recessie, begin jaren tachtig, is de wereld aanzienlijk veranderd. De economische en financiële integratie in Europa is flink toegenomen en heeft ons veel welvaart gebracht.
Buiten Europa zijn de ontwikkelingen nog groter. China is een grootmacht geworden, terwijl ook veel andere ontwikkelingslanden de weg omhoog hebben gevonden. Deze landen hebben vaak een relatief jonge bevolking, die steeds beter wordt opgeleid en tegen lonen werkt die mijlenver onder de westerse lonen liggen.
Voeg daarbij dat ze openstaan voor buitenlandse investeringen, met bijbehorende invoer van (technische) kennis, en steeds beter bestuurd worden, en het is duidelijk dat het steeds moeilijker wordt om tegen deze landen te concurreren.
Tegelijkertijd verkeert de eurozone in een diepe economische en politieke crisis. Afgezien van enkele verstandige stappen die nu gezet lijken te worden naar een bankenunie, hebben onze politieke leiders een weinig overtuigend antwoord op het geweld van de financiële markten. Ze worden vooral gedreven door angst het kiezersvolk voor het hoofd te stoten.
De financiële markten dwingen overheden orde op zaken te stellen, maar de reacties bestaan vooral uit budgettaire consolidatie langs de weg van hogere lasten. Nederland is daarop bepaald geen uitzondering.
Dit is echter niet de weg uit de crisis. De kosten van de vergrijzing in de vorm van meer pensioenuitkeringen en meer uitgaven aan de gezondheidszorg zullen de komende decennia dramatisch toenemen, terwijl overheden nu al niet in staat zijn om hun huishoudboekje op orde te krijgen.
Onze huidige bankencrisis is tot voor kort slecht aangepakt en bovendien internationaal. Over de afgelopen jaren hebben we voortdurend verslechterende voorspellingen gezien voor Zuid-Europa en een steeds opschuivend voorspeld herstel. Het is goed mogelijk dat de crisis zo lang duurt dat de stijgende vergrijzingkosten ons gaan inhalen en overheidsschulden massaal moeten worden afgeschreven. Tegelijkertijd neemt het aantal mensen dat belang heeft bij een of andere uitkering zodanig toe dat het politiek moeilijk wordt uitkeringen te versoberen.
Het enige mogelijke pad naar een langdurig herstel met voldoende internationaal concurrentievermogen is een forse krimp van de collectieve sector. Deze moet zo snel mogelijk worden ingezet. Dat betekent een gelijktijdige verlaging van de overheidsuitgaven en de belastingen. Er is aanzienlijk empirisch bewijs dat deze combinatie van beleid bevorderlijk is voor economisch herstel op de middellange termijn. Voor de lange termijn is het zelfs onvermijdelijk.
Er is ook onderzoek dat inzicht geeft in de aard van de in te krimpen overheidsuitgaven. Vermindering van overdrachten en salarisuitgaven door de overheid heeft een gunstiger effect dan inkrimping van productieve uitgaven zoals onderwijs en infrastructuur. Waarschijnlijk weet iedere politicus dat diep in zijn hart ook wel, maar durft hij het niet altijd te zeggen. Overheden moeten zich committeren aan een langetermijnagenda waarbij niet-productieve overheidsuitgaven en belastingen op arbeid en kapitaal gelijktijdig verlaagd worden, gecombineerd met structurele hervormingen van niet goed functionerende markten zoals de arbeidsmarkt.
Dit vraagt politieke moed, want het vraagt om keuzes waardoor bepaalde groepen meer worden getroffen dan andere. Als dit echter niet gebeurt zal er op termijn steeds minder te verdelen zijn. Publieke voorzieningen zullen dan ook verschralen voor de mensen die ze het hardst nodig hebben, omdat op een bepaald moment de collectieve lasten niet meer op te brengen zijn.
Onderdeel van deze agenda moet ook zijn het inkrimpen van publieke inmenging in activiteiten die goed aan de markt kunnen worden overgelaten, zoals de voorziening van woningen en grote delen van de gezondheidszorg.
Een bijkomend voordeel van een kleinere overheid is dat veel verspilling, zoals bij de woningcorporaties en in de gezondheidszorg, wordt tegengegaan. Het kostenbewustzijn in de private sector is gewoon hoger, vanwege het belang dat de eigenaren van bedrijven daarbij hebben.
Kern van de zaak is dat ons land en andere Europese landen weer aantrekkelijk worden gemaakt voor het ondernemerschap. Een aantrekkelijk ondernemersklimaat in combinatie met een goed opgeleide bevolking en bestuur met een langetermijnfocus zorgen automatisch voor groei en rust op de financiële markten.
De auteurs zijn respectievelijk hoogleraar macro-economie aan de Universiteit van Amsterdam en directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA. Dit artikel verscheen eerder op mejudice.nl.