Rutte zei dat vrijdag na afloop van de eerste ministerraad in het nieuwe jaar. Rutte wilde niet speculeren over de functie, die volgens veel diplomaten in Brussel vrijwel zeker naar Dijsselbloem gaat, maar zei wel: „Als Jeroen Dijsselbloem geen goede minister van Financiën zou zijn, dan was-ie geen minister geweest. Hij voldoet aan alle kanttekeningen die Nederland plaatst ten aanzien van de beoogd voorzitter van de eurogroep. Vanzelfsprekend past hij precies in dat plaatje. Maar of dat gebeurt en of de bal zijn kant oprolt, moeten we afwachten.”

Rutte vindt dat het iemand moet zijn uit een van de sterkere eurolanden. De landen met de hoogste waardering van de kredietbeoordelaars zijn Nederland, Duitsland, Finland en Luxemburg. Ook moet de opvolger van Juncker passen in het Nederlandse beeld van een „strikt en streng” begrotingsbeleid.

Dijsselbloem zei zelf eerder vrijdag dat het - voor wie het ook wordt - zwaar zal zijn om voorzitter van de eurogroep te zijn en tegelijk minister van Financiën in eigen land. „Dat het zwaar zal zijn, staat buiten kijf. Maar het kan wel. Wie het ook wordt, die zal het moeten doen.”

De ministers van Financiën van de 17 eurolanden willen op 21 januari een opvolger kiezen voor Juncker, die het werk nu 7 jaar heeft gedaan. Juncker zelf zei donderdag dat zijn opvolger een van de Beneluxtalen spreekt en hintte daarmee ook op Dijsselbloem. Die noemde de opmerkingen van Juncker „zeer interessant”.

„Maar mag ik zeggen dat wie het ook wordt, het niet makkelijk zal zijn om de nieuwe ‘mister Euro’ te worden. Juncker heeft fantastisch werk gedaan de laatste 7 jaar voor de eurogroep en in de eurocrisis. Dus dat is een eretitel die hem toebehoort en niet noodzakelijkerwijs aan zijn opvolger”, aldus de PvdA-minister.

Dijsselbloem maakte de afgelopen week een tour langs zijn collega’s in België, Frankrijk en Italië. Volgende week gaat hij bij zijn Spaanse ambtgenoot op bezoek. De tour wordt gezien als een poging om steun te verwerven.