Vragen die Eerdmans op eigen houtje heeft gesteld aan de commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten brengen het onderzoek in gevaar, aldus Cornielje donderdag.

De Kamerleden dienden vorige maand nog eensgezind een motie in om twee agenten van de toenmalige Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) en het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) door de commissie te laten horen over de moord op Pim Fortuyn.

De commissie heeft geantwoord dat ze niet zeker weet of dit haar taak wel is. Volgens Cornielje heeft de brief die Eerdmans aanvullend op de motie heeft gestuurd verwarring gezaaid, waardoor het verhoor van de twee agenten nu misschien niet doorgaat.

De agenten werden niet gehoord door de commissie-Van den Haak, die de moord onderzocht, omdat zij toen verhinderd waren. Volgens Eerdmans kunnen de twee mogelijk meer helderheid geven over de moord.

De LPF’er fluistert de commissie met de brief een aantal vragen in voor de agenten. Zo wil hij weten wat de twee in de periode vlak voor de moord hebben besproken, of zij op de hoogte waren van een getapt telefoongesprek tussen twee dierenrechtenactivisten en of Fortuyn volgens hen werd afgeluisterd.

Cornielje zette vorige maand zijn handtekening onder de motie om geruchtvorming te voorkomen. Hij tekende daarbij aan dat het na de motie uit moest zijn met de nasleep van de moord op Fortuyn.