Londense Underground na 150 jaar nog springlevend
Het oudste metrostelsel ter wereld is jarig: op 9 januari 1863 vertrok de eerste ondergrondse trein van Paddington Station over de Metropolitan Line naar Farringdon Street in het hart van Londen.
Noem de ondergrondse trein in Londen geen metro. Een echte Londenaar zal die term nooit in de mond nemen. Officieel heet het metronetwerk Underground, maar in de volksmond is het consequent ”the Tube” (de buis).
De opening van de metrolijn in 1863 is beslist geen luxe. Londen verstedelijkt snel en het wegennet slibt dicht. Extra sporen bovengronds zijn taboe. Niet omdat de fabrieken, die vooral draaien op steenkool, al genoeg luchtvervuiling veroorzaken. Nee, voor extra bovengrondse sporen ontbreekt eenvoudig de ruimte.
De enige mogelijkheid om de verkeersstromen in goede banen te leiden, ligt ondergronds, meent Charles Pearson, adviseur van het Londense stadsbestuur in 1845.
In 1854 valt de beslissing. De Metropolitan Railway Company krijgt van het stadsbestuur een vergunning om een ondergrondse spoorweg aan te leggen tussen de stations Paddington en Farringdon.
De eerste schop gaat kort daarna de grond in. Geboord wordt er niet; die techniek is nog onbekend. Elke tunnel wordt gegraven en vervolgens overdekt.
Wanneer Metropolitan Railway in 1863 het eerste stuk opent, zet de metro-onderneming stoomlocomotieven in om de passagierswagons te trekken. Geen voor de hand liggende keuze. Om de rookontwikkeling binnen de perken te houden, gebruikt de maatschappij cokes in plaats van steenkool. Bovendien heeft de tunnel ventilatiekokers gekregen.
Daarna gaan de ontwikkelingen snel. De Metropolitan Line krijgt vertakkingen naar de Londense buitenwijken. Langs de lijn verschijnen zelfs spontaan nieuwe dorpjes. In 1880 maken al 40 miljoen passagiers gebruik van de metro.
Ook andere maatschappijen beginnen tegen het einde van de negentiende eeuw metrolijnen uit te baten. Op een gegeven moment zijn er wel zes concurrerende metrobedrijven. Die situatie maakt een reis door Londen hopeloos ingewikkeld: op veel plaatsen moeten passagiers een eind bovengronds wandelen om op een lijn van een andere maatschappij over te stappen.
De oprichting van de London Passenger Transport Board in 1933 maakt daaraan een einde. Alle metrolijnen komen onder beheer van dit overheidsbedrijf.
In de Tweede Wereldoorlog loopt de Underground nauwelijks schade op. De stations blijken ideaal als schuilkelder tijdens Duitse bombardementen. Ook wordt een afgelegen deel van het metronetwerk omgevormd tot munitiefabriek. Churchill kruipt eveneens onder de grond: de Britse oorlogspremier neemt het gesloten station Down Street in gebruik als vergaderruimte voor zijn kabinet.
Na de oorlog groeit het metroverkeer explosief. London Underground neemt verschillende nieuwe lijnen en stations in gebruik.
Een groeiend probleem voor het netwerk is wateroverlast. Het grondwaterpeil van Londen stijgt sinds de jaren 1960. De oorzaak is het sluiten van brouwerijen en papiermolens die vroeger een groot deel van het grondwater verbruikten. Medio 2001 pompt London Underground elke dag 30.000 kubieke meter water uit zijn tunnels.
Daarnaast kampt het netwerk met de dreiging van met name radicaalislamitisch terrorisme. Soms blijft het daar niet bij en wordt er daadwerkelijk een aanslag gepleegd. Op 7 juli 2005 wordt Londen tijdens de ochtendspits opgeschrikt door vier bomexplosies. Drie bommen gaan af in de metro, de vierde in een bus. Het kost 52 passagiers en de 4 daders het leven. De bekende terroristische organisatie al-Qaida eist de aanslag op. Een tweede aanslag volgt twee weken later, maar die mislukt.
Inmiddels bestaat het netwerk uit 275 stations. De treinen rijden over 408 kilometer spoor. Elke werkdag maken 3,4 miljoen passagiers er gebruik van. De Londense metro is daarmee het op acht na drukste metrosysteem ter wereld. In 2006 vervoerde hij voor het eerst in zijn geschiedenis in één jaar 1 miljard passagiers.
Allerlei symptomen duiden erop dat delen van de Londense metro verouderd beginnen te raken. Dat kan moeilijk een verrassing heten: sommige delen van het netwerk zijn meer dan 150 jaar oud. Zo werken veel stations op maximale capaciteit. Sommige worden tijdens de spits zelfs deels afgesloten.
In oudere, diepe tunnels is vooral de hoge temperatuur een groot probleem; er is te weinig koeling en luchtverversing. Tijdens een hittegolf in 2006 werden er zelfs temperaturen van 47 graden Celsius gemeten.
Niet voor niets investeert de Britse overheidsdienst Transport for London de laatste jaren flink in vernieuwing van de London Underground.