Grenzen voor traumaheli’s verder geslecht
Nederlandse en Duitse traumahelikopters kunnen in de wijde omgeving van Nijmegen voortaan ongehinderd over de grens aan de slag. Woensdag trad daarvoor een overeenkomst tussen beide landen in werking die de juridische en de financiële zaken regelt. Daardoor kunnen ernstig gewonden voortaan veel sneller worden geholpen.
Brommend komen de Christoph 9 en de Lifeliner 3 achter elkaar aan gevlogen. De felle lichten van de helikopters weerspiegelen in het drijfnatte platform van Flughafen Niederrhein, net over de grens bij Nijmegen. De knalgele Nederlandse Lifeliner 3 brengt als enige wat fleur in de verder asgrauwe lucht. De Duitse heli is wat doffer oranje en minder gestroomlijnd. Reden: in Duitsland zijn traumahelikopters al tientallen jaren gemeengoed. De heli uit Nijmegen is nog maar twee jaar in de lucht.
De heli’s verschillen alleen uiterlijk van elkaar. Volgens dr. Frank Marx van de Duisburgse brandweer zijn beide toestellen van de modernste medische apparatuur voorzien. Toch trokken Nederland en Duitsland tot voor kort volkomen gescheiden op bij de inzet van de traumaheli’s. Voor vluchten naar bijvoorbeeld Kleve, net over de grens, werd het toestel uit Duisburg ingezet. De vliegtijd naar die plaats bedraagt gemiddeld een halfuur. En dat terwijl de Nijmeegse heli er in vijf minuten kan zijn.
Die volkomen scheve situatie, slechts veroorzaakt doordat er een landsgrens overgestoken moet worden, vroeg om een andere aanpak. Dat zegt Hans van der Meer, projectleider Euregionale samenwerking van het Radboud Universitair Medisch Centrum in Nijmegen. Vanuit het Nederlandse helikopterteam werden daarom contacten gelegd met de Duitse vakbroeders. Die bleken wel in voor samenwerking, maar verschillen in regels, opleiding van mensen, taakverdeling en communicatiemiddelen maakten dat geen gemakkelijke opgave.
Een subsidie van de Euregio Rijn-Waal, een grensoverschrijdend samenwerkingsverband, leidde ertoe dat de heli’s sinds woensdag toch de grens over kunnen steken. Midden tussen Nijmegen en Duisburg is een lijn op de kaart getrokken die de inzetgebieden van de beide heli’s markeert. Daardoor wordt voortaan het Duitse toestel ingezet in Venlo en omgeving en bestrijkt het Nederlandse exemplaar vrijwel het gehele deel van Duitsland dat ingeklemd ligt tussen de Achterhoek en Noord-Limburg.
Praktische problemen die opgelost moesten worden, waren onder meer de verschillende bevoegdheden van vooral verpleegkundigen, zegt projectleider Van der Meer. „Voor artsen lopen die nauwelijks uiteen, maar Nederlandse ambulanceverpleegkundigen functioneren op een veel hoger niveau dan de Duitse Krankenhilfe. Bovendien kent Duitsland een systeem van Notartzen, medici die vanuit een ziekenhuis naar ernstig gewonden gestuurd worden. Over de bevoegdheden zijn daarom duidelijke afspraken gemaakt.” Andere verschillen op onder meer het gebied van communicatie zijn opgelost door extra radio’s in de heli’s in te bouwen en door de uitgave van een medisch zakwoordenboek. Met verzekeraars zijn regels opgesteld over de vergoeding van grensoverschrijdende vluchten.
De afspraken over de inzet van helikopters zijn overigens niet uniek. In Twente en Zuid-Limburg worden op dit moment al heli’s ingezet vanuit de Duitse plaatsen Rheine en Aken. Voor een deel van Zeeland rukt bij problemen een toestel uit Brugge in België uit. Toch is met name de grootte van het werkgebied een verschil met de andere regio’s, zegt Van der Meer. „Daar praat je over gebieden van vrij beperkte omvang, logistiek en geografisch gesproken is dit een veel grotere operatie. We hopen in de toekomst het werkterrein zelfs nog iets uit te breiden door ook afspraken te maken met het Duitse kreis Borken.”