„Altijd heb ik mij erover verbaasd dat zelfs hoogontwikkelde Joden veelal niets weten van het Nieuwe Testament en dat boek ook beslist niet in huis willen hebben”, aldus Smalhout in een ingezonden brief in de jongste editie van het Nieuw Israëlietisch Weekblad (NIW), dat verschijnt binnen de Joodse gemeenschap.

De 85-jarige anesthesioloog, columnist bij dagblad De Telegraaf, reageert met zijn schrijven op een stelling in het vorige nummer van het NIW: „Het Nieuwe Testament is ook interessant voor Joden.”

De bekende publicist, „kind van twee religies met een Joodse vader en een christelijke moeder”, constateert dat er christenen zijn „die het Oude Testament, dus de Tora, niet of nauwelijks kennen omdat ze denken dat het Nieuwe Testament er een soort verbeterde versie van is. Ook wordt in die kringen vaak gedacht dat Jezus geen Joodse man maar een christen was.”

„In feite”, stelt hij, „was Jezus Christus, die eigenlijk Yeshua heette, de grootste promotor van alle religieuze en ethische waarden van de Tora. Het christendom is grotendeels gebaseerd op de Joodse leer. Van de 7 miljard bewoners van onze aarde is meer dan een derde christelijk. Getalsmatig is het christendom, dat in feite een Joodse ‘uitvinding’ is, dan ook de grootste godsdienst ter wereld.”

Alleen al daarvoor, schrijft Smalhout, „zou Jezus beschouwd moeten worden als de meest invloedrijke Jood die ooit geleefd heeft. Het is onjuist hem te vereenzelvigen met de ”gojim” die het uitverkoren volk in de afgelopen eeuwen zoveel leed hebben berokkend.”

In het vorige nummer van het NIW reageerde onder anderen rabbijn Lody B. van de Kamp op de stelling. „Door te proberen zich een weg te banen door de bronnen van het christendom zal [de Jood] nooit het antwoord vinden waarom juist het Jodendom de ultieme weg is”, schreef hij. „Verdieping in het Nieuwe Testament zal velen van ons slechts verwarring brengen, nog voor wij uit onze eigen bron, de Tora, de ware boodschap hebben verstaan.”