Opinie

Oud en jong hebben elkaar nodig in de kerk

Jongeren en ouderen hebben elkaar nodig in de kerk, reageert drs. Johan Schouls op dr. Wim Fieret (RD 4-1).

7 January 2013 15:14Gewijzigd op 15 November 2020 01:11
„Laten ouderen eens ruimte geven aan de openheid en creativiteit van de jongeren. Geef hun kansen om hun sterke kanten vruchtbaar te maken in het kerkelijk leven.” Foto RD
„Laten ouderen eens ruimte geven aan de openheid en creativiteit van de jongeren. Geef hun kansen om hun sterke kanten vruchtbaar te maken in het kerkelijk leven.” Foto RD

Jongeren zijn anders dan ouderen. Dat is de boodschap van dr. Fieret naar aanleiding van door hem verricht onderzoek. Hij richt zijn focus vooral op de scholieren van vandaag. Terecht pleit hij voor gesprek en een bewuster omgaan met de catechese. Maar kunnen we niet een stap verder gaan?

Cultureel gezien is er al langer een proces gaande waarbij de jongere generatie anders blijkt te zijn dan de oudere. De generatie X, geboren van 1955 tot 1980, wordt in de literatuur getypeerd als pragmatisch, hardwerkend, maar erg op het eigen belang gericht. Deze generatie wordt wel de verloren generatie genoemd. Velen zijn gevormd in de sfeer van politieke ideologieën die de Koude Oorlog domineerden. Dit is precies ook de generatie die gevormd is in de refozuil en die nu de leidinggevende posities inneemt.

De generatie Y, geboren na 1980 wordt in de literatuur getypeerd als samenwerkend, open, flexibel, creatief en ervaringsgericht. 
Deze generatie jongeren maakt gebruik van de flexibele netwerksamenleving en arbeidsmarkt. Ze is opgegroeid met beeldtaal. Internet is hun domein; de communicatiecultuur wordt bepaald door de sociale media.

Door veel ouderen wordt deze generatie als vluchtig en oppervlakkig beschouwd: ze doen maar wat, ze nemen hun verantwoordelijkheid niet. Verwijten die ook reformatorische jongeren treft. De ouderen klagen dat jongeren geen boek meer kunnen lezen en dat ze het vertikken om een catechismusvraag uit hun hoofd te leren.

De jongeren kijken er anders tegen aan. De vasthoudendheid van ouderen worden gezien als starheid, de drang om te bewaken wordt opgevat als bekrompenheid. En waarom een catechismusvraag leren in Oudnederlands als je het ook gewoon kunt zeggen. Volgens de jongeren staan de ouderen niet open voor nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de media en dit levert volgens de jongeren een hoop gezeur op.

Zo wordt er over en weer gemopperd tussen de generaties. Frustratie kost echter veel energie en leidt zeker niet tot het gewenste resultaat. Laten zowel ouderen als jongeren zich eens verplaatsen in elkaars situatie en daarna in gesprek gaan over elkaars sterke kanten.

Laten ouderen eens ruimte geven aan de openheid en creativiteit van de jongeren. Geef hun kansen om hun sterke kanten vruchtbaar te maken in het kerkelijk leven. Geef hun verantwoordelijkheid en vertrouwen. De jongere leden kunnen op hun manier een bijdrage leveren in het verenigingswerk, evangelisatiewerk en kerkenraden.

Laten predikanten en catecheten het gesprek aangaan over het doel en de wijze van catechese en huisbezoek. Jongeren zijn de leidinggevenden van de toekomst. Ze willen best meedenken en kunnen tips geven waar ambtsdragers hun winst mee kunnen doen.

Het kan bijvoorbeeld heel vruchtbaar zijn als een predikant periodiek in gesprek gaat met een panel van gemeenteleden over de gehouden preken; ook de jongere generatie kan hierin gehoord worden. Preken kunnen naar inhoud en vorm meer toegesneden worden op de gemeente en wat zij nodig heeft. Het gaat uiteraard niet om een moderne vorm van inspraak. Het gaat om het eeuwige Woord van God, dat toegepast moet worden in de gemeente van 2013.

Vanuit een positieve betrokkenheid kan van de jongere generatie ook verwacht worden dat ze hun verantwoordelijkheid nemen op grond van de Bijbel en de gereformeerde belijdenis. Dat betekent dat ze zich vormen van discipline aanleren. Zij kunnen leren van de vasthoudendheid en loyaliteit van de ouderen als het gaat om het nemen van verantwoordelijkheid. Ze moeten zich de rijke theologische traditie van Reformatie, Nadere Reformatie en puritanisme eigen maken.

Zij kunnen hun creativiteit en sociale vaardigheden gebruiken om deze traditie te vertolken naar de wereld van vandaag. Zij kunnen zoeken naar nieuwe vormen van bewaren en uitdragen van de reformatorische identiteit, van Bijbelse waarden en normen. De Bijbelse boodschap moet gehoord worden, ook in de wereld van vandaag.

Als we de geschiedenis van Gods kerk overzien, zien we dat iedere tijd opnieuw een doordenking vraagt. Vormen kunnen veranderen omdat een cultuur verandert. Maar het Woord van God blijft tot in eeuwigheid. De onveranderlijke waarheden zijn relevant voor elke tijd. Christus heeft Zijn kerk belooft Zijn Geest te geven Die in alle waarheid leidt. Zijn leiding in de gemeente is noodzakelijk om de goede keuzen te maken voor de toekomst.

We hebben vertrouwen nodig dat Christus als de Koning ook nu Zijn kerk zal bouwen en bewaren. De ouderen hoeven niet te worden als jongeren, de jongeren niet als de ouderen. In de christelijke gemeente hebben ze oog voor elkaar. Ten diepste gaat het erom samen terug te keren naar het Woord, zodat „de harten van de vaderen tot de kinderen en de harten van de kinderen tot de vaderen” teruggebracht worden (Maleachi 4:6).

De auteur is docent godsdienst en maatschappijleer aan scholengemeenschap Pieter Zandt in Kampen. Vorig jaar verscheen van zijn hand het boek ”Up to date gereformeerd”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer