Op het spoor van de hemelse zwerver
Jaren geleden luisterde ik tijdens een kerstviering naar een hoogbejaarde diacones, die in een kernachtige toespraak alle aanwezigen opriep ernst te maken met het Evangelie. Het komt aan op bekering en waarachtig geloof, zei ze. En om haar betoog kracht bij te zetten, citeerde zij de volgende versregels: „Was Christus duizendmaal in Bethlehem geboren,/ en niet in uwe ziel, zo waart gij toch verloren.”
Ik kende dat versje wel. Ik heb het op de preekstoel gehoord en in meditatieve geschriften gelezen, zij het soms met iets andere woordkeus. Wie de dichter was, werd er nooit bij gezegd. Ik wist het niet en de diacones evenmin.
Enige naspeuring leverde het volgende op. De dichter is Johannes Scheffler (1624-1677), die in Breslau in Silezië werd geboren. Hij studeerde onder meer in Leiden en maakte daar kennis met de geschriften van mystici en theosofen als Eckhart, Tauler Paracelsus en vooral Böhme. Na zijn promotie in Padua ging hij in 1653 over tot de Rooms-Katholieke Kerk en nam hij de naam Angelus Silesius aan. Angelus betekent engel of bode en herinnert aan de hemel, Silesius verwijst naar zijn aardse vaderland. Hij wist zich burger te zijn van twee werelden.
Bovenstaand rijm is te vinden in ”Der Cherubinische Wandersmann” van 1657 en heeft als motto: ”In jou moet God geboren worden”. De geboorte van God in de ziel is een typisch mystieke uitdrukking. De gedichten in deze bundel zijn geschreven in de vorm van een distichon, een vers dat slechts uit twee regels bestaat. Ze brengen de lezer in de sfeer van mystici en spiritualisten. Een bloemlezing in Nederlandse vertaling is in 1952 verschenen onder de treffende titel: ”De hemelse zwerver”.
De dichter is niet aan het gevaar ontkomen dat alle mystici bedreigt, het pantheïsme. Hij mag dan in allerlei toonaarden beweren dat de ziel niet geïdentificeerd mag worden met God, zijn gedichten bevatten krasse uitspraken die dat logenstraffen.
Het bovengenoemde gedichtje is een eigen leven gaan leiden, los van deze zwoel-mystieke context. Wie deze regels met instemming citeert, loopt het gevaar de geboorte van Christus in Bethlehem op de achtergrond te plaatsen of te doen vervluchtigen. De eigen geloofsbeleving, de bevinding, het ervaren van God in de ziel, wordt dan belangrijker geacht dan dit historische heilsfeit. Dat laatste zou dan slechts uitwendig, historisch geloof zijn.
Hoe dit ook zij, de inwoning van Christus in de ziel blijft een mysterie. Wij mogen tegenwoordig al blij zijn als er nog over gesproken wordt. Laten we daarom elkaar op dit punt niet te snel veroordelen. Christus wil wonen bij de mensen. Aan die blijde boodschap en aan dat grote heilsfeit zijn we tijdens het kerstfeest gelukkig weer herinnerd.