China worstelt met groeiende verstedelijking
PEKING – China wil een moderne samenleving worden met een sterke middenklasse. Plattelandsbewoners trekken naar de steden om daar hun geluk te beproeven en te klimmen op de sociale ladder.
Voor een migrantencomplex op een uur rijden vanaf Sjanghai discussieert Zhang Weihua met vriendinnen over de prijzen van koelkasten. Een tweedehands koelkast lijkt haar de beste optie, dat spaart geld uit.
Acht jaar geleden verliet ze met haar man het platteland in de provincie Henan, in de hoop het boerenbestaan in te ruilen voor een beter leven. Ze beproefden hun geluk in het groeiende industriepark Suzhou en hoopten ten minste één stap op te klimmen op de sociale ladder –van boer naar migrant– en zich misschien te kunnen opwerken tot de middenklasse.
Het industriepark Suzhou (SIP), oorspronkelijk een joint venture tussen de Chinese en de Singaporese regering, is een flitsend voorbeeld van de Chinese drang tot modernisering en industrialisering.
„We groeien hier met 30 procent per jaar en veel mensen profiteren daarvan”, zegt Liu Jie, directeur van het mediacentrum van SIP. „Hier kunnen mensen echt genieten van het moderne leven.”
Liu staat op de bovenste verdieping van SIP-bestuursgebouw en kijkt uit over een koninkrijk van parken, winkelcentra, vijfsterrenhotels, Fortune 500-bedrijven, fabrieken en lanen met palmbomen in Singaporese stijl.
Vijftien jaar geleden bestond dit gebied nog uit rijstvelden. Nu wordt Suzhou gezien als nationaal succesverhaal. De regio maakt een transitie door van een landbouw-, fabricage- en exporteconomie naar een innovatieve dienstensector. En China hoopt dit elders in het land te kunnen kopiëren. Verstedelijking staat daarbij centraal.
„China zoekt naar manieren om de binnenlandse vraag te verhogen en de groei van het bruto binnenlands product minder afhankelijk te maken van investeringen”, zegt Haibin Zhu, econoom bij JP Morgan Chase. „Verstedelijking is een van de belangrijkste factoren voor de Chinese duurzame groei in de komende tien tot twintig jaar.”
Verstedelijking zou de vraag naar infrastructuur versterken, de kwaliteit van de openbare diensten verbeteren en uiteindelijk leiden tot een groei van de Chinese middenklasse en de consumptie. „Door verstedelijking groeit de consumptie, vooral als het samengaat met vermindering van de inkomensongelijkheid”, zegt Zhu. Momenteel valt slechts 18,2 procent van de Chinezen in de middenklasse.
Sommige experts wijzen erop dat de Chinese middenklasse weinig krachtige consumenten kent. Hoewel het aantal universitair afgestudeerde Chinezen stijgt, verdienen zij niet altijd veel geld.
Chinese migranten staan als ze in de stad komen op flinke achterstand. Ongelijkheid in China heeft een belangrijke oorzaak in de kloof tussen stad en platteland als het gaat om banen en diensten. Wat de zaak nog verder compliceert, is dat de kwaliteit van de openbare diensten op het platteland vaak slechter is. „Daardoor zijn er niet alleen verschillen tussen stadsbewoners en plattelandsbewoners, maar ontstaan er ook twee klassen stedelingen”, zegt Chan.
In het Maotijdperk mochten migranten niet naar de steden komen, laat staan dat ze er konden werken. Na de economische hervormingen werd het mogelijk om onofficieel te migreren en werk te zoeken buiten de geboorteregio (het zogeheten ”hukoudistrict”).
Hierdoor is de industrie gegroeid. Maar veel beleidsmakers en economen pleiten voor verandering. Als China de middenklasse wil laten groeien en de consumptie wil aanzwengelen, zijn goedopgeleide arbeiders nuttiger dan goedkope arbeiders.
Het ”hukousysteem” reguleerde de instroom van migranten en handhaafde de sociale stabiliteit en voorkwam gedeeltelijk het ontstaan van sloppenwijken bij de grootste Chinese steden. Datzelfde systeem kan op de lange termijn echter groei in de weg staan, door gebrekkige arbeidsmobiliteit, stellen het Chinese Instituut voor Hervorming en Ontwikkeling en de Wereldbank in een rapport.
„Toen we naar Suzhou kwamen, moesten we vanwege hukou onze kinderen achterlaten bij mijn ouders in onze geboorteregio Henan”, zegt Zhang. „We hadden niet genoeg geld om onze kinderen hier naar school te kunnen laten gaan en gezondheidszorg voor hen te betalen. Dan hadden we net zo goed boer kunnen blijven.”
Zhang verdient inmiddels voldoende om voor haar oudste dochter een universitaire opleiding te betalen. „Daar ben ik zó trots op”, zegt ze.
Haar harde werken als serveerster, keukenassistente en schoonmaakster betaalt zich eindelijk uit. Zhangs dochter kan waarschijnlijk opklimmen naar de middenklasse.
„Voor het Chinese nieuwjaar ga ik eindelijk een tweedehands koelkast kopen. Dan hoef ik niet meer elke dag naar de markt”, zegt ze. En misschien kan ze zich ooit een nieuwe koelkast veroorloven.