Aanleiding zou een langlopend financieel conflict tussen beide mannen zijn. Van D. was de klusjesman van Fritz en regelde van alles voor de verbouwing die Fritz aan zijn huis liet uitvoeren. Van D. zou ook de betalingen doen, maar het geld daarvoor hebben verduisterd. Op 9 september ging Fritz verhaal halen bij Van D. Wat er toen precies is gebeurd, is niet duidelijk. Van D. wenste tijdens de rechtszaak geen enkele vraag van de rechtbank en de aanklager te beantwoorden. Hij zei alleen dat hij onschuldig is.

Waaraan Fritz is overleden, is niet meer vast te stellen. Uit de sectie is gebleken dat hij door verwondingen aan zijn hoofd en hals is omgekomen en in Van D.’s huis zijn bloedsporen van Fritz gevonden. Extra onderzoek heeft niet meer duidelijkheid opgeleverd over de gebeurtenissen rond de dood van de militair. Het wapen waarmee hij is gedood, is evenmin gevonden. Na zijn dood bleef Fritz 2 maanden vermist, totdat in november zijn lichaam werd gevonden in een maïsveld achter de woning van Van D.