Gesprekken tussen FARC en regering Colombia hervat
De Colombiaanse regering en de guerrillagroepering FARC hebben woensdagavond hun overleg hervat. Ze praten verder over onder meer een bestand.
Het kwam van de week bijna tot een totale breuk tussen de twee partijen, die sinds 1999 over vrede filosoferen, tot nu toe zonder concrete resultaten. De regering eist nu dat de FARC binnen vier dagen akkoord gaat met een schema voor het instellen van een wapenstilstand.
De eerste gespreksronde woensdag was volgens deelnemers „hoffelijk.” Tien landen, de Verenigde Naties en de rooms-katholieke kerk helpen bij de pogingen om een totale breuk tussen de FARC en de regering te voorkomen.
President Andrés Pastrana wil dat de FARC zich eindelijk bereid toont een wapenstilstand te sluiten. De beweging, die grote inkomsten heeft uit ontvoeringen en drugshandel, toonde zich tot dusverre niet geïnteresseerd in voorstellen om de wapens neer te leggen.
De onwil van de FARC heeft ervoor gezorgd dat de meeste Colombianen willen dat de president de speciale zone opheft waar de FARC het voor het zeggen heeft. Dit gebied van ruim 42.000 vierkante kilometer werd in januari 1999 aan de FARC overgedragen als eerste stap op weg naar vrede. De regering dreigt de zone zondag alsnog op te heffen als de FARC zich niet tot een wapenstilstand bereid toont.
Een van de vele ontvoerden die door de FARC worden vastgehouden, is José Norberto Pérez, vader van een in december overleden kind. Volgens de Colombiaanse schilder Omar Gordillo komt hij spoedig op vrije voeten. Gordillo onderhoudt contacten met de FARC.
De in maart 2000 ontvoerde militair Pérez was vader van Andrés die in december aan kanker overleed. Het kind heeft, bijgestaan door onder meer Gordillo en de media, vergeefs een beroep op de FARC gedaan zijn vader vrij laten zodat hij die voor zijn dood nog kon zien. Volgens Gordillo heeft FARC-leider Manuel Marulanda Vélez de vrijlating van Pérez alsnog bevolen.
Colombia wordt al jaren verscheurd door een burgeroorlog tussen regeringstroepen, linkse rebellen en rechts-extremistische paramilitairen. De gevechten hebben in 38 jaar tijd tienduizenden mensenlevens geëist.