Binnenland

Weemoedig afscheid van klokkencollectie Schoonhoven

SCHOONHOVEN – Enige weemoed kan ze niet verbergen, directrice Gemke Jager van het Nederlands Zilvermuseum Schoonhoven. Haar museum gaat het nieuwe jaar in zonder klokkencollectie. Na zo’n zestig jaar. „Afscheid doet altijd met een beetje pijn.”

Dick den Braber
3 January 2013 17:24Gewijzigd op 15 November 2020 01:08
SCHOONHOVEN – Directrice Gemke Jager van het Nederlands Zilvermuseum Schoonhoven neemt afscheid van haar klokkenverzameling. Foto Nederlands Zilvermuseum
SCHOONHOVEN – Directrice Gemke Jager van het Nederlands Zilvermuseum Schoonhoven neemt afscheid van haar klokkenverzameling. Foto Nederlands Zilvermuseum

Fascinerend vindt de directeur van het Zilvermuseum het verhaal van tijd en klokken. Museumbezoekers wist ze er tientallen jaren in mee te nemen. „De klok heeft een enorme verandering teweeggebracht.”

Zodra de uurwerken ter sprake komen, spat de bevlogenheid van haar af. „Het is een schitterende, uitgebreide collectie, met uurwerken uit de zestiende eeuw tot heden. De vroegste dateert van 1542: een groot torenuurwerk van Heynrich Vabri. Een van de eerste mechanische klokken, met de vroegst bekende speeltrommel van Europa. Daarvóór hadden ze enkel zonnewijzers. Het torenuurwerk gaat naar het Museum Speelklok in Utrecht.”

Het museum herbergt ook een zeldzaam slingeruurwerk, uitgevonden door Christiaan Huygens. „Een prachtige Haagse klok, uit de tweede helft van de 17e eeuw. Oudere klokken hadden een afwijking van twintig minuten per dag, die van Huygens een minuut. De moderne cesiumatoomklok uit de collectie wijkt één seconde af in 100.000 jaar. Tijd is essentieel geworden voor onze samen­leving.”

Het Zilvermuseum trekt jaarlijks 18.000 bezoekers, die uiteenvallen in twee categorieën. „Je had klokken- en zilvermensen. Het merendeel kwam voor het zilver en bezocht óók de klokken. De mannen werden vooral door de klokken geïntrigeerd, terwijl het zilver de vrouwen meer boeide. Het was mooi om elke categorie ook voor de andere collectie in te nemen”, aldus Jager.

Na de Tweede Wereldoorlog raakte de klokkencollectie dakloos, toen het Stedelijk Museum in het Museum voor de Moderne Kunst veranderde. Na een tijdelijke opslag kreeg ze in 1953 expositieruimte bij het Zilvermuseum, destijds nog in Utrecht.

Aan de lange relatie komt nu een einde. „Een jaar geleden hadden we onze naam al veranderd in Nederlands Zilvermuseum Schoonhoven. Ook de gemeente Schoonhoven had de wens dat wij ons meer op het zilver zouden richten, gezien haar imago als zilverstad. Toch hadden we niet het plan om de klokken af te stoten. Maar de eigenlijke eigenares van de collectie, Stichting Museum en Archief van Tijdmeetkunde –kortweg SMAT–, heeft een nieuw en enthousiast bestuur gekregen. Het heeft heel mooie plannen met de collectie. Ze willen een nieuw museum voor tijd inrichten. Waar het komt, is nog onbekend, maar de tijd voor afsplitsen is gekomen.”

Afscheid nemen doet altijd een beetje pijn. „Ik ben erg aan de collectie gehecht. We hebben de uurwerken elke dag opgewonden en erover verteld. Jaren waren we het museum-met-de-lange-naam: het Nederlands Goud-, Zilver-, en Klokken­museum. Mensen verbaasden zich wel eens over de combinatie. Daar moesten wij om glimlachen; vanuit ons vak is ze heel logisch. De Schoonhovense vakschool voor goud- en zilversmeden leidt ook uurwerkmakers op. En voor een klok of horloge stap je bij de juwelier naar binnen.”

Jager gelooft in het focussen op één onderwerp. „De zorg voor de twee collecties voelde wel eens als hinken op twee gedachten. Beide zijn volwassen verzamelingen. Door ze te scheiden, kunnen ze de aandacht krijgen die ze verdienen. We kunnen zo volledig voor het zilver gaan; zeker nu hebben wij er belang bij om ons sterker in Nederland en de museumwereld te positioneren. We zijn tenslotte het enige zilvermuseum van Nederland.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer