Feitelijk subsidieert de linkse populist Chávez de olie voor de circa 70 miljoen inwoners van de landen die in het Caribisch gebied en Centraal Amerika de kostbare olie importeren. Wat er van Petrocaribe wordt als de 58-jarige Chávez bezwijkt, is onbekend. Petrocaribe stamt uit 2005 en biedt de aangesloten landen de mogelijkheid olie te kopen van de staatsoliemaatschappij PDVSA en later te betalen. Voor de olie moet 5 procent van de waarde worden betaald en de rest over 25 jaar gespreid tegen een rente van slechts 1 procent.

Woensdag werd bekendgemaakt dat Chávez’ plaatsvervanger, vicepresident Nicolás Maduro, en een broer van Chávez, Adán, in Havana zijn om met de artsen van de president te overleggen. In sommige media wordt gespeculeerd dat Chávez kunstmatig in leven wordt gehouden en Adán namens de naaste familie naar het overleg is gestuurd. Sinds de operatie op 11 december is er niets meer van Chávez in de openbaarheid vernomen.

Maduro heeft eerder beloofd het beleid van Chávez voort te zetten. Chávez won in oktober opnieuw de presidentsverkiezingen en zou 10 januari worden geïnaugureerd.

De goedkope financiering van de prijzige olie is voor de relatief arme regio van groot belang. De linkse ideologie van Chávez speelt daarbij nauwelijks een rol. Het communistische Cuba kocht voor 2,6 miljard euro Venezolaanse olie in 2011 maar ook de pro-Amerikaanse landen Jamaica en de Dominicaanse Republiek nemen onder deze voorwaarden graag veel af. Volgens de Dominicaanse minister van Energie, Temistocles Montas, financiert Petrocaribe de dagelijkse 30.000 vaten olie die zijn land invoert. In Jamaica wekt de Venezolaanse olie 95 procent van de elektriciteit op.