In totaal zijn in de ‘vuurwerkperiode’ (1 december tot 2 januari) 1422 jongeren naar Halt gestuurd, iets minder dan vorig jaar en een stuk minder ten opzichte van de jaarwisseling tussen 2010 en 2011. Er werden 1335 jongens naar Halt verwezen, daarmee vormen zij het leeuwendeel.

De stijging bij de meisjes is echter opvallend. Dit jaar krijgen 87 meisjes een ‘passende straf’ van Halt, vorig jaar waren dat er maar 63 en in 2010 nog maar 58.

Het afsteken of in bezit hebben van illegaal vuurwerk nekte dit jaar meer jongeren dan tijdens de vorige jaarwisseling. In totaal 353 Halt-afdoeningen had daarmee te maken, tegen 279 vorig jaar. Het te vroeg afsteken van legaal vuurwerk kwam juist minder voor: 925 verwijzingen tegen 1005 vorig jaar.

In Noord-Nederland en Amsterdam moesten opvallend veel meer jongeren zich melden bij het bureau. In het noorden moesten 170 jongeren zich melden tegen 96 vorig jaar. In de hoofdstad moesten 106 jongeren langs bij Halt tegen slechts 11 vorig jaar. Ook in Limburg-Zuid steeg het aantal aanzienlijk, van 97 naar 155.

Een forse daling is juist te zien in regio’s als Gelderland, Kennemerland, Den Haag en Zuidwest-Nederland.

De jongeren krijgen een Halt-straf die zo snel mogelijk na de verwijzing wordt uitgevoerd, liefst nog in de kerstvakantie. Jongeren die illegaal vuurwerk hebben afgestoken, schade hebben aangericht of die al eens eerder een Halt-verwijzing kregen, worden strenger aangepakt.