AAp speelt boter-kaas-en-eieren in Techniekmuseum HEIM
Nietsvermoedend wandelt een bezoeker de trap op naar de eerste verdieping van Techniekmuseum HEIM in Hengelo. Daar wacht een grote verrassing: op een boomstronk zit een levensechte orang-oetan die een spelletje boter-kaas-en-eieren wil spelen.
Volwassenen kijken vaak wat vreemd op van orang-oetan AAp, glimlacht Jos Visser, bestuurslid van het museum. „Ze geloven het wel. Totdat ze het spelletje meespelen, en verliezen.”
Het is rustig in het gebouw. AAp neemt het ervan en zit met gesloten ogen te dutten op zijn boomstronk. Visser gaat op een stronk tegenover hem zitten en drukt op het touchscreen waarmee hij het spel bedient. Een kruis verschijnt op het aanraakscherm. Ietwat vermoeid opent de orang-oetan zijn ogen. Veel zin in een potje lijkt-ie vandaag niet te hebben.
Na een bemoedigende aai over zijn bol komt er meer leven in. Genietend van de aandacht mummelt hij vriendelijk met zijn kaken, schudt wat met zijn kop en knippert goedaardig met zijn ogen. En dan komt zijn arm langzaam omhoog voor de tegenzet. AAp blijkt linkshandig te zijn.
„Hoe drukker het museum, hoe levendiger AAp reageert”, vertelt Visser. „Krijgt het beest weinig aandacht, dan kan hij zelfs chagrijnig worden. Je kunt dat zien aan zijn bewegingen. Als er echter veel te doen is, dan valt zijn humeur wel mee.”
Oorspronkelijk kreeg de orang-oetanrobot in 1998 een plaatsje in de nieuwe kindervleugel van de Sint-Maartenskliniek in Hengelo. Toen was de 1 procentsregeling nog van kracht: 1 procent van de totale bouwkosten moest aan kunstwerken worden besteed. De kliniek trok daarvoor de internationaal bekende kunstenaar Aernout Mik aan. Van hem kwamen het idee, de vormgeving en de naam van de robotorang-oetan, aldus het bestuurslid.
Om AAp te bouwen, klopte Mik aan bij Demcon, een bedrijf dat tegenwoordig technologische hoogstandjes levert voor onder meer de medische sector. „Voor ons was AAp de eerste grote klus”, vertelt Michel Franken, researchingenieur bij het bedrijf.
„De gerobotiseerde orang-oetan was bedoeld om revaliderende kinderen in de kliniek te vermaken. AAp zit vol infraroodsensoren en microfoons. Doordat we gebruik hebben gemaakt van kunstmatige intelligentie reageert AAp levensecht op aanraking en geluiden.”
Die menselijke trekjes maakten de aaibare robot mateloos populair in het ziekenhuis. Geen wonder dat zijn huid, een aantal mechanische onderdelen en kabels na tien jaar trouwe dienst waren versleten; en reserveonderdelen waren er niet. De orang-oetan kwam in de kelder van de kliniek terecht en werd bijna vergeten. „Dat was natuurlijk heel jammer”, aldus Visser.
Techniekmuseum HEIM is voortdurend bezig om bruggen te slaan tussen de collectie van het oude industriële erfgoed en allerlei nieuwe technieken. Het is daarom steeds bezig om bedrijven en instellingen aan te trekken die het project financieel willen steunen of bereid zijn voorwerpen te schenken voor tentoonstellingen.
Het museum zoekt nu naar mogelijkheden om een permanente roboticazaal in te richten. Als bestuurslid is Visser daar nauw bij betrokken. „We willen een volledig beeld geven van de toepassingen van robots. Je kunt daarbij denken aan de auto-industrie, de zorg, de agrarische wereld en het huishouden. Ook de robotstofzuiger die ALDI verkoopt, hoort er dus bij”, aldus Visser.
„Door een samenloop van omstandigheden kwam onze directeur Toon de Boer in contact met Demcon, een van de bedrijven die nadrukkelijk aan de weg timmeren op het gebied van robotica.” Toen kwam AAp in beeld.
Demcon bleek bereid AAp te restaureren voor de kliniek. „Op voorwaarde dat het techniekmuseum de robot vier jaar lang mag tentoonstellen”, vertelt Franken.
Het museum heeft de orang-oetan tot 4 november 2016 in bruikleen gekregen. „Voor ons is het beest een opmaat naar een volledige roboticazaal”, aldus een hoopvolle Visser. Inmiddels is Demcon een gewaardeerde partner omdat het het museum in contact brengt met andere bedrijven die robots ontwikkelen.
AAp mag dan twintig jaar oud zijn, het is hem niet meer aan te zien. De restauratie is grondig gebeurd, weet het bestuurslid. „Veel onderdelen zijn vervangen of vernieuwd.”
En dat is maar goed ook: kinderen willen overal aanzitten, alles voelen en op alle knopjes drukken. „Dat kan nu weer. Wij moedigen dat zelfs aan. Een van onze doelen is kinderen te interesseren voor techniek. De industrie in deze regio zit te springen om toegewijde technici”, benadrukt Visser. AAp stelt zich daarvoor belangeloos ter beschikking.
„Voor sommige kinderen is de robot even schrikken. Uit veiligheidsoverwegingen laten we de orang-oetan zijn bewegingen daarom langzaam maken. Anderen stuiven enthousiast op hem af en kijken vol verwachting hoe AAp op hen reageert. Als het te lang duurt, rennen ze al gauw weer verder. Ze zijn soms wel erg ongeduldig”, verzucht Visser.
Gewonnen heeft het bestuurslid het spelletje boter-kaas-en-eieren nog nooit. „Het draait meestal uit op gelijkspel. Ik weet dus niet of hij tegen zijn verlies kan.”
www.rd.nl/heim voor een eerder bezoek aan het museum